Welvaart hoofdstuk 2

1 / 25
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Marktevenwicht
Hoe ontstaat het marktevenwicht?
  • De 'onzichtbare hand' of 'vrije prijsvorming':
  • Als prijs hoger is dan het evenwicht => meer aanbieders dan vragers => aanbodoverschot => daalt de prijs.
  • Als prijs lager is dan het evenwicht => meer vragers dan aanbieders => vraagoverschot => stijgt de prijs.

Slide 5 - Slide

Wanneer in een land het marktmechanisme vrij spel heeft, zullen bij een ruime arbeidsmarkt .....

A
de prijzen van de producten dalen
B
de prijzen van de producten stijgen
C
de lonen van de werknemers dalen
D
de lonen van de werknemers stijgen

Slide 6 - Quiz

De theorie van Klassieken verklaart het ontstaan van ...I... werkloosheid, waarbij de hoogte van de lonen een rol speelt.
In deze theorie wordt vooral gekeken naar het ...II .... van het loon.


A
I = conjuncturele, II = kostenaspect
B
I = conjuncturele, II = koopkrachtaspect
C
I = structurele, II = kostenaspect
D
I = structurele, II = koopkrachtaspect

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Link

Slide 9 - Slide

Totale factorproductiviteit
1. Economisch kapitaal
Innovaties en verbetering infrastructuur

2. Menselijk kapitaal
Scholing van de beroepsbevolking

Slide 10 - Slide

Totale factorproductiviteit
3. Natuurlijk kapitaal
De geografische ligging en beschikbaarheid van natuur, klimaat en bodemschatten

4. Maatschappelijke factoren
Politieke stabiliteit en kwalitatief goede instituties

Slide 11 - Slide

Hoeveelheid arbeid en kapitaal

Hoeveelheid arbeid = totale beroepsbevolking, potentieel aantal werkenden
Hoeveelheid kapitaal = alle kapitaalgoederen (inclusief land) die potentieel ingezet kunnen worden bij productie

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Uitleg 




Productiefunctie: hoeveel inzet van de productiefactoren nodig is voor een bepaalde productie (van goederen en diensten).

Slide 14 - Slide

Uitleg Productiefunctie

Productiefunctie: 
hoeveel inzet 
voor een bepaalde 
productie.
a = aantal uren arbeid
q = aantal muren

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Y* = 100.000 (K + L) waarbij K=4 miljoen en L = 8 miljoen.
Hoeveel is Y*?
A
12.100.000
B
12.000.000
C
12.000.000.000
D
1200.000.000.000

Slide 17 - Quiz

Y* = 100.000 (K + L) waarbij K=4 miljoen en L = 8 miljoen.
Hoeveel is de arbeidsproductiviteit?
A
100.000
B
125.000
C
150.000
D
300.000

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Wat hebben jullie van deze les geleerd?

Slide 24 - Mind map

Zelftest!

Slide 25 - Slide