Herhaling toetsstof toetsweek 1 - H2

Wat zijn kenmerken van een nieuwsbericht?
1 / 18
next
Slide 1: Mind map
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat zijn kenmerken van een nieuwsbericht?

Slide 1 - Mind map

OBJECTIEF
SUBJECTIEF

Slide 2 - Drag question

OBJECTIEF
SUBJECTIEF

Slide 3 - Drag question

Waar moet je op letten als je zoekt naar betrouwbare informatie?

Slide 4 - Open question

Signaalwoord tegenstelling
Signaalwoord argument/reden
Signaalwoord oorzaak/gevolg
maar
Namelijk
met as gevolg
echter
Immers
Want
Omdat
doordat
daaren-
tegen

Slide 5 - Drag question

Bij welk woord zoek je de betekenis op in het woordenboek?
Wie het laatst lacht, lacht het best.
A
best
B
lacht
C
lachen
D
laatst

Slide 6 - Quiz

enkelvoudige zin
samengesteld 
onderschikkende zin
samengesteld 
nevenschikkende zin
zin met 1 persoonsvorm
gelijkwaardige hoofdzinnen
bijzin heeft een rol in de hoofdzin
je herkent dit aan voegwoorden en, maar, want, of
o en pv staan uit elkaar of kunnen uit elkaar worden geplaatst door tussenvoegen 'niet' 
Sinds de wereldwijze uitbraak van het coronavirus vermijden veel mensen openbare plekken..
Ik weet dat het zo is.
Vanavond ga ik pizza eten, maar ik wil morgenochtend wel sporten.

Slide 7 - Drag question

Onderschikkende zin
Nevenschikkende zin
1: Stel je eens voor dat je de hele dag bezig bent met de vreselijk moeilijke grammatica.
2: Lezen vindt Pieter nog wel een leuk onderdeel, maar grammatica vindt hij vreselijk.
voegwoorden als 'dat', 'omdat', 'terwijl' etc...
voegwoorden en, of, maar, want, dus

Slide 8 - Drag question

Ontleden nevenschikkende zin
1. De peuter pakt het speelgoed af, want hij vindt Duplo leuk. 


2. Lisa is een harde werker gebleken en ze slaapt nooit uit. 

Slide 9 - Slide

Wanneer gebruik je wel een -n?
A
Als het zelfstandig gebruikt is en wel verwijst naar personen
B
Als er een zelfstandig naamwoord achter staat
C
Als in dezelfde zin de personen staan naar wie verwezen wordt
D
Als het zelfstandig gebruikt is en NIET verwijst naar personen

Slide 10 - Quiz

De fiets en de scooter zijn
beide/beiden smerig?

Slide 11 - Open question

Ze gaan beide/beiden in oktober op vakantie.

Slide 12 - Open question

De laatste jaren (tobben) hij met zijn gezondheid.
(persoonsvorm verleden tijd)

Slide 13 - Open question

Dit is een Engels werkwoord.
Schrijf de vt op.
De winkelbaas (managen) zijn bedrijf.

Slide 14 - Open question

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
(worden) Het ... wel spannend.

Slide 15 - Open question

Spelling
Persoonsvorm verleden tijd

(wenden) Veel leerlingen ... zich gisteren tot de directeur.

Slide 16 - Open question

Spelling
Persoonsvorm tegenwoordige tijd

(herkennen) Ik hoop dat u mij nog ... .

Slide 17 - Open question

Wat is de persoonsvorm verleden tijd enkelvoud van 'faken'?

Slide 18 - Open question