Werkwoordspelling 1.8 tt 2.8 vt

Welkom in 
Je bent stil en hebt klaarliggen:
  • leerwerkboek deel A
  • pen
  • iPad (in je tas)
timer
4:00
Les 1
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom in 
Je bent stil en hebt klaarliggen:
  • leerwerkboek deel A
  • pen
  • iPad (in je tas)
timer
4:00
Les 1

Slide 1 - Slide

Afspraak
Samenvattend verslag af? Doe wat voor jezelf.


Nog niet af? Werk er nog 10 minuten aan en lever dan in.
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Planning
  • Herhalen persoonsvorm en tegenwoordige tijd
  • Samen opdracht maken 
  • Zelf verder of samen
  • Afsluiting van de les

Slide 3 - Slide

Persoonsvorm
Hoe vind je de persoonsvorm?

Hij fietst naar school.
Waarom lig jij nog niet in je bed?
Morgen zal hij naar school wandelen.



Slide 4 - Slide

Samen lezen

Pagina 60

Slide 5 - Slide

Samen maken opdracht 3b. p 60.
  1. Ik .......................... morgen veertien jaar.
  2. .......................... jij op mijn verjaardag?
  3. Mijn moeder ................................ dat ze een taart ............
  4. Natuurlijk ........................... ik dat het mijn lievelingstaart .......................................
  5. Wanneer ............................. jij veertien?

Slide 6 - Slide

Werkmoment
Ga verder met opdracht 5 en 9.


Alles persoonsvorm tegenwoordige tijd.
Hoofdletters en leestekens hoeven niet bij opdracht 10.

Slide 7 - Slide

Vooruitblik


Morgen verder met persoonsvorm verleden tijd.
Denk je aan je leesboek?

Slide 8 - Slide

Welkom in 
Je bent stil en hebt klaarliggen:
  • leerwerkboek deel A
  • pen
  • leesboek
  • iPad (in je tas)
timer
4:00
Les 2

Slide 9 - Slide

timer
7:00

Slide 10 - Slide

Planning
  • Opdracht 5 en 9 nakijken.
  • Persoonsvorm verleden tijd herhalen
  • Opdrachten maken
  • Vooruitblik

Slide 11 - Slide

Kijk na met een andere kleur
Hoeveel heb je er goed?

1.8 opdrachten: 3, 5 en 9

Slide 12 - Slide

Uitleg persoonsvorm tt
  1. Hoe vind je de persoonsvorm?
  2. Wat zijn de regels bij tegenwoordige tijd?

  • Ik erbij, jij erachter => ik-vorm              ik fiets, loop jij
  • Rest enkelvoud => ik-vorm + t             jij wordt, hij bakt
  • Meervoud => hele werkwoord             wij / jullie / zij lopen

Slide 13 - Slide

Uitleg persoonsvorm vt p.122
  1. Hoe vind je de persoonsvorm?
  2. Wat is een sterk en zwak werkwoord?
  3. Wat zijn de regels bij verleden tijd?

Sterke werkwoorden: schrijf zoals je het hoort
ik loop, ik liep; ik lees, ik las; ik help, ik hielp

Slide 14 - Slide

Uitleg persoonsvorm vt
Wat zijn de regels bij verleden tijd zwakke werkwoorden?

  1. Kijk naar de STAM van het werkwoord              fietsen
  2. 't kofschip X ja? => ik-vorm + te / ten                fietste
  3. 't kofschip X nee? => ik-vorm + de / den           rennen
                                                                                 rende

Slide 15 - Slide

2.8 maken 1, 2, 5.

Slide 16 - Slide

Vooruitblik

Dinsdag: nieuw leesboek mee
Opdrachten verleden tijd nakijken
Verder met voltooid deelwoord

Slide 17 - Slide

Welkom in 
Je bent stil en hebt klaarliggen:
  • leerwerkboek deel A
  • pen
  • leesboek
  • iPad (in je tas)
timer
4:00
Les 3

Slide 18 - Slide

timer
1:00

Slide 19 - Slide

Planning
Toetsje lessenup

Slide 20 - Slide

PV en O = getrouwd
Onderwerp enkelvoud? Dan persoonsvorm ook.
Onderwerp meervoud? Dan persoonsvorm ook.

Slide 21 - Slide