3. Gebruik verschillende manieren om te leren
* Slim Stampen (gebruik oortjes en luister naar uitspraak van de woorden --> helpt bij onthouden)
* Study Go / WRTS
* Laat je thuis overhoren
* Phrases-clés 2x overschrijven en letten op hoofdletters, punten, vraagtekens
* Maak zelf een oefentoetsje en kijk dit met een andere kleur na
* Maak flashcards (of online --> quizlet)
* Bedenk ezelsbruggetjes bij moeilijke vocabulaire (dans = in --> je danst altijd in een gebouw)
* Achterin het werkboek (chapitre 4) vind je extra oefeningen van de hoofdstukken --> gebruik dit of het internet om extra te oefenen met de grammatica