What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Herhaalles
1 / 24
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
24 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
80 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Wat betekent het werkwoord mettre?
A
Alleen leggen
B
Alleen zetten
C
Leggen en zetten
D
Leggen, zetten en aantrekken
Slide 6 - Quiz
Wat is de stam van het werkwoord mettre?
A
mets
B
met
C
mette
D
me
Slide 7 - Quiz
Waar moet je op letten bij de nous, vous , ils en elles vorm van mettre
A
Je hoeft nergens op te letten.
B
Je moet erop letten dat je het goed gaat vervoegen.
C
Er komt een extra t bij.
D
De stam blijft hetzelfde.
Slide 8 - Quiz
Tu .... (mettre, présent)
A
Tu mettre
B
Tu mettres
C
Tu met
D
Tu mets
Slide 9 - Quiz
elles ... (mettre, présent)
A
mettent
B
mettons
C
mettez
D
met
Slide 10 - Quiz
Vul in in de présent: je …….. (mettre)
A
je mets
B
je mete
C
je met
D
je metais
Slide 11 - Quiz
METTRE (nous/ présent)
A
nous metons
B
nous mettrons
C
nous mettons
D
nous metrons
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Slide
Kies de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord : un (grand) garçon
A
grand
B
grandes
C
grands
D
grande
Slide 14 - Quiz
Kies de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord: une (grand) maison.
A
grand
B
grands
C
grande
D
grandes
Slide 15 - Quiz
Kies de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord : une poisson (rouge)
A
rouge
B
rouges
C
rougee
D
roug
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Slide
Moet het woord vieux voor of na het zelfstandig naamwoord?
A
Erna
B
Ervoor
Slide 18 - Quiz
Moet het woord français voor of na het zelfstandig naamwoord?
A
Ervoor
B
Erna
Slide 19 - Quiz
Wat is de juiste vorm van deze uitzondering?
Une fille (sportif)
A
sportife
B
sportive
C
sportif
D
sportives
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Wat gebeurt er met vieux wanneer het zelfstandig naamwoord mannelijk is en met een klinker begint?
A
Je gebruikt dezelfde vorm, want het is mannelijk
B
Je gebruikt de aangepaste vorm 'vieil'
Slide 23 - Quiz
Des questions?
Slide 24 - Mind map
More lessons like this
2H - Unité 3 bijvoeglijk nw/mettre
December 2023
- Lesson with
43 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2V: unité 3
March 2023
- Lesson with
26 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
oefenen so
April 2022
- Lesson with
29 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Unité 2 C'est qui? c'est quoi?
March 2023
- Lesson with
24 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Le mercredi 15 février (A2f-s07)
February 2023
- Lesson with
21 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Vwo 3 - Chapitre 1 - Oefentoets grammatica
18 days ago
- Lesson with
47 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Havo 3 - Chapitre 1 - Oefentoets grammatica
November 2023
- Lesson with
47 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Bijvoeglijk naamwoorden -re
September 2024
- Lesson with
51 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3