Thema 1 Planten en dieren B1 Organismen

  • Zitten volgens de plattegrond
  • Spullen op tafel
       Boek, werkboek, schrift
  • Tas van tafel
Thema 1 Planten en dieren


BS1 Organismen
1 / 32
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

  • Zitten volgens de plattegrond
  • Spullen op tafel
       Boek, werkboek, schrift
  • Tas van tafel
Thema 1 Planten en dieren


BS1 Organismen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze week doen?

  • Start met Thema 1 Organismen Basisstof 1
  • Uitleg Basisstof 1 + leerdoelen
  • Opdrachten  maken 
  •  Quiz met de wisbordjes
  •  ......

Slide 2 - Slide

Leerdoelen van deze week
Aan het einde van deze week kan je:

  • uitleggen wat een organisme is
  • de zeven levensverschijnselen noemen
  • onderscheiden of iets levend, dood en levenloos is 

Slide 3 - Slide

BIOLOGIE
Griekse woorden:

BIOS = leven
LOGOS = leer of wetenschap

Biologie is dus de leer/de wetenschap van het leven

Slide 4 - Slide

Levensverschijnselen
Levensverschijnselen zijn de kenmerken van het leven.

Er zijn 7 levensverschijnselen:

Waarnemen             Bewegen
Voeden                    Ademhalen
Uitscheiden             Groeien
Voortplanten


Leer ze uit je hoofd
Hoe leer jij iets uit je hoofd?
1
Maak een kleine, simpele, gekke tekening van jezelf. Daarin zijn de 7 levensverschijnselen te zien.... Helpt jou dat om ze te leren?
2
Maak je liever een ezelsbruggetje zodat je de 7 levensverschijnselen kunt onthouden? Helpt jou dat om ze te leren?
3
Als jij aan je lievelingsdier denkt.... of een afbeelding daarvan hebt, kun je dan de 7 levensverschijnselen beter onthouden? 

Slide 5 - Slide

Stoffen opnemen en afgeven
- ademhalen
- voeden
- uitscheiden

Slide 6 - Slide

Ademhalen

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Reageren op de omgeving
- waarnemen 
- bewegen

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Voortbestaan
- voortplanten 
- groeien

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Levend - dood - levenloos
Een organisme (levend wezen) dat geen levensverschijnselen meer vertoont, noem je dood. Delen van organismen die niet meer leven, noem je ook dood.

Voorwerpen die nooit geleefd 
hebben (en dat ook nooit gaan doen), noem je levenloos. 

Organisme die levensverschijnselen vertonen, noem je levend

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Opdrachten havo/vwo
- Maak de opdrachten van Basisstof 1 t/m +9

- Klaar? Schrijf de blauw begrippen over in je schrift en zet de betekenis erachter. 
timer
15:00

Slide 18 - Slide

Opdrachten, mavo/havo
- Maak de opdrachten van Basisstof 1 t/m +8

- Klaar? Schrijf de blauw begrippen over in je schrift en zet de betekenis erachter. 
timer
15:00

Slide 19 - Slide

Afsluiting
  • Zijn leerdoelen behaald?
Huiswerk
Maken opdrachten basisstof 1 thema 1

Slide 20 - Slide


A
DOOD
B
LEVEND
C
LEVENLOOS

Slide 21 - Quiz

Hoe noem je dit levensverschijnsel?
A
plassende hond
B
uitscheiden
C
onderscheiden
D
bewegen

Slide 22 - Quiz

Als een organisme geen levensverschijnselen meer vertoont, noemen we dat:
A
Dood
B
Levend
C
Levenloos

Slide 23 - Quiz


A
DOOD
B
LEVEND
C
LEVENLOOS

Slide 24 - Quiz

Wat is een ander woord voor levend wezen?
A
Orgaan
B
Dier
C
Organisme
D
Plant

Slide 25 - Quiz

Sommige planten maken sappen zoals nectar en hars. Deze kunnen ze vervolgens afgeven aan de omgeving. Hoe heet dit levensverschijnsel?
A
voeden
B
voortplanten
C
uitscheiden
D
groeien

Slide 26 - Quiz

Wat is/betekent biologie?
A
leer van het leven
B
een vak op school
C
leer van de natuur
D
leren over dieren

Slide 27 - Quiz

Een organisme vertoont altijd alle levensverschijnselen
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quiz

Een plant kan niet alle levensverschijnselen vertonen
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quiz

Extra oefeningen
- levensverschijnselen
- levend, dood of levenloos

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Link

Slide 32 - Link