30.11 Cursus 1 Lezen - onderwerp/ tekst Sint snoepgoed

SOCIALISEREN
Je legt klaar:
lesboek + schrift + laptop

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with text slides.

Items in this lesson

SOCIALISEREN
Je legt klaar:
lesboek + schrift + laptop

Slide 1 - Slide

Lesprogramma
*wij lezen samen een kort verhaal over 'Een ongelukkig tijdstip';
*#boekpraat;

*je maakt de tekst/ vragen en mindmap af van de tekst over Sinterklaas snoepgoed.
*je krijgt nieuwe uitleg over de hoofdgedachte van de tekst; 
*je werkt zelfstandig.

Slide 2 - Slide

WW
timer
8:00
Wij lezen samen een kort verhaal.

Slide 3 - Slide

#Boekpraat
1. Van de hoofdpersoon is mij bijgebleven:
a. innerlijk;
b. uiterlijk.
2. Deze ruimtes zijn volgens mij belangrijk voor het verhaal (licht toe waarom):

Slide 4 - Slide

Hoe vind je de hoofdgedachte?
Je kunt het belangrijkste van een tekst of een programma in één zin samenvatten.

Die ene zin noem je de hoofdgedachte. 
Om de hoofdgedachte te vinden, moet je de tekst precies lezen: je leest de tekst dan goed van de eerste zin tot en met de laatste zin.


Slide 5 - Slide

Zo vind je de hoofdgedachte.
Bepaal het onderwerp van de tekst: waar gaat de tekst over?
Lees de tekst precies.
Kijk aan het begin en het eind van de tekst of de hoofdgedachte daar al staat.  




Slide 6 - Slide

Zo vind je de hoofdgedachte.
Geef in één zin antwoord op de vraag: wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd?

Ook kijk- en luisterfragmenten hebben een hoofdgedachte.

Slide 7 - Slide

Uitleg fragment : cursus 1 $ 3.

Slide 8 - Slide

Aan de slag .........
*je werkt via som/leermiddelen/Nederlands/cursus 1 $3 hoofdgedachte
*je werkt in je boek:
KGT/HAVO: blz. 21 t/m 25
*je maakt opdracht: 1, 2, 3 en 4


timer
15:00

Slide 9 - Slide

Je weet nu...
  1. hoe je het onderwerp en de hoofdgedachte in een tekst of fragment kunt vinden;

Slide 10 - Slide

Zelf aan de slag met onderwerp en hoofdgedachte
Als je zelf over een onderwerp gaat schrijven, zoek je daarover eerst documentatie: teksten over het onderwerp in kranten, tijdschriften en op internet. Daarna bedenk je wat je hoofdgedachte wordt.

Slide 11 - Slide

Uitleg VWO
*je gaat zelf aan de slag met het onderwerp en met de hoofdvraag;
*je gaat op onderzoek uit.

Slide 12 - Slide

Zelf aan de slag met onderwerp en hoofdgedachte
Als je zelf over een onderwerp gaat schrijven, zoek je daarover eerst documentatie: teksten over het onderwerp in kranten, tijdschriften en op internet. Daarna bedenk je wat je hoofdgedachte wordt.

Slide 13 - Slide

Zelf aan de slag met onderwerp en hoofdgedachte

Vaak is de hoofdgedachte het antwoord op een hoofdvraag, de belangrijkste vraag die je in je tekst wilt beantwoorden. Stel dat je onderwerp vakantie is. Daarbij passen verschillende hoofdvragen en hoofdgedachten.  

Slide 14 - Slide

Zelf aan de slag met onderwerp en hoofdgedachte
hoofdvraag: Hoe brengen de meeste Nederlanders hun vakantie door?
antwoord: Hoewel veel Nederlanders kiezen voor sportieve vakanties en cultuurreizen, is een verblijf in de buurt van een zonnig strand het populairst. (= hoofdgedachte)

Slide 15 - Slide

Uitleg fragment : cursus 1 $ 3 (2e).

Slide 16 - Slide

Aan de slag .........
*je werkt via som/leermiddelen/Nederlands/cursus 1 $2 onderwerp en hoofdgedachte
*je werkt in je boek:
VWO: blz. 21 t/m 25 en           KGT/HAVO: blz. 21 t/m 25 (1,2,3,4)
*je maakt opdracht: 5, 6, 7, 8


timer
15:00

Slide 17 - Slide

Huiswerk voor de volgende week:
  • Lees de theorie van 'hoofdgedachte' of bekijk het filmpje online.
  • Maak van Cursus 1 Meer dan Lezen/ Hoofdgedachte/ opdrachten 1 t/m 4.
  • VWO: Cursus 1 Meer dan Lezen/ 
  • $2 Onderwerp en Hoofdgedachte 
  • opdracht 5 t/m 8


Slide 18 - Slide