What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
les 3 H7 Formuleren paragraaf 2 (verwijswoorden)
Formuleren H2 Verwijswoorden
1 / 12
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
12 slides
, with
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Formuleren H2 Verwijswoorden
Slide 1 - Slide
Deze les:
Uitleg fouten met verwijswoorden
Nakijken paragraaf 1 (opdr. 1-3) als je uit het boek werkt
Huiswerkoefeningen maken
Slide 2 - Slide
Verwijswoorden
Gebruiken we om herhaling te voorkomen, voor variatie en leesbaarheid.
Anne
heeft
haar
haren gekamd.
De jongen
die
daar loopt is echt heel aardig.
De
les
aardrijkskunde
was heel leuk, want
die
vond plaats in Geofort.
Slide 3 - Slide
Voorbeeldfouten
Het meisje
die
daar loopt.
De politie heeft
zijn
macht getoond.
Hun
lopen daar midden op de weg.
Dat
jongen is mijn neef.
Slide 4 - Slide
Wat gaat er vaak fout?
1. Mannelijk, vrouwelijk, en onzijdig (geslacht)
2. Het woord ‘wat’ of 'dat'?
3. Hen of hun?
4. Wie of waar?
5. Slordig verwijzen
Slide 5 - Slide
Mannelijk, vrouwelijk of onzijdig
In veel talen hebben zelfstandig naamwoorden altijd een ‘geslacht’.
Er zijn in het Nederlands drie opties:
1: Mannelijk de-woorden de radio
zijn
2: Vrouwelijk de-woorden de leerlinge
haar
3: Onzijdig het-woorden het huis
zijn
Slide 6 - Slide
Hoe weet je dat nou? Mannelijk, vrouwelijk of onzijdig
Slide 7 - Slide
Hoe weet je dat nou? Mannelijk, vrouwelijk of onzijdig
Slide 8 - Slide
Hoe weet je dat nou? Mannelijk, vrouwelijk of onzijdig
Slide 9 - Slide
Voorbeelden
1.
PSV
heeft
zijn
supporters na de overwinning bedankt voor de steun. (een club)
2.
De politie
heeft
haar
werknemers een opslag gegeven. (-ie)
3.
De natuur
heeft zo
haar
grillen. (-uur)
4.
De radio
was kapot, maar ik heb
hem
gerepareerd. (de-woord)
Slide 10 - Slide
Let op!
Als datgene waar je naar verwijst (het antecedent) uit meerdere woorden bestaat, moet je naar het belangrijkste woord kijken.
De
commissie
van Leerdam 100 jaar...
Slide 11 - Slide
Oefenen
- Lezen: theorie op blz. 232, 233
- Maken: Opdr. 1, 2, 3 en 4 op blz. 234 (zie de theorie van hen/hun op)
(of online: planning 4H formuleren paragraaf 2 planning 1)
Slide 12 - Slide
More lessons like this
les formuleren les 3 (verwijzen deel 1)
December 2024
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Formuleren
January 2023
- Lesson with
40 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
les 4 H7 Formuleren paragraaf 2 (verwijswoorden, deel 2)
January 2023
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
les 4 H7 Formuleren paragraaf 2 (verwijswoorden, deel 2)
March 2023
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
les 3 en 4 dubbelop nakijken en twee lessen verwijzen
January 2024
- Lesson with
42 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Formuleren H2 - Verwijzen naar de- en het-woorden
December 2022
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Formuleren H2 - Verwijzen naar de- en het-woorden
January 2022
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
H4 Formuleren verwijswoorden
March 2021
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1