§3.2 Welvaart en ontwikkeling deel 2

§3.2 Welvaart en ontwikkeling deel 2
1 / 25
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

§3.2 Welvaart en ontwikkeling deel 2

Slide 1 - Slide

Programma vandaag
  • Terugblikken §3.1 + §3.2
  • Voorkennis ophalen
  • Ontwikkeling meten: de beroepsbevolking
  • Opkomende economie
  • Veranderend wereldsysteem
  • Aan de slag!
  • Einde

Slide 2 - Slide

Agenda voor klas 4
Week 48
Week 49
Week 50
Week 51
Week 01
Week 02
§3.1 + §3.2
§3.2 +§3.3
afsluiting H3 + §4.1
§4.2
herhaling + oefenen
SE
Donderdag 8e lesuur
Gelegenheid vragen te stellen voor herkansing

Slide 3 - Slide

Bespreek met je buur
  • Welke twee manieren van het meten van ontwikkeling hebben we vorige les besproken?

  • Benoem de nadelen van elke manier


timer
1:00

Slide 4 - Slide

Lesdoelen §3.2
Na deze les weet je:
... nog een manier van het meten van de ontwikkeling van een land
.... de nadelen van deze manier van meten
... hoe het wereldsysteem is veranderd

Slide 5 - Slide

Voorkennis: wat zie je hier?

Slide 6 - Slide

Voorkennis: Samenstelling van de beroepsbevolking
Primair: grondstoffenwinning (landbouw, visserij en mijnbouw)

Secondair: bewerking grondstof (industrie)
fabrieksarbeider, bakker
Tertiair: diensten
vb leraar, advocaat, dokter etc
Vraag:
Hoe is de verdeling in % in NL denk je?

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Aantekeningen

Slide 10 - Slide

Primair
Ontwikkelingslanden:
  • Groot aandeel beroepsbevolking
  • Zelfvoorzienend

Ontwikkelde landen:
  • Klein aandeel beroepsbevolking
  • Gericht op export

Slide 11 - Slide

Secondair
Ontwikkelingslanden:
  • Relatief veel mensen in de industrie
  • Lage lonen, offshoring

Ontwikkelde landen:
  • Afname aandeel bevolking industrie
  • Automatisering

Slide 12 - Slide

Tertiair
Ontwikkelingslanden:
  • Relatief weinig mensen
  • Veel informele sector (wordt niet meegerekend)

Ontwikkelde landen:
  • Grootste gedeelte werkt in deze sector


Slide 13 - Slide

Welke regel zou je kunnen maken over het aandeel in de dienstensector?

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Video

India = nieuwe China
  • Bnp per inwoner India stijgt snel, maar grote verschillen tussen arm en rijk
  • Veel investeringen in kapitaal, niet iedereen profiteert
  • Grote urbanisatie van het platteland

Slide 16 - Slide

Veranderend wereldsysteem
Situatie vroeger:
Centrum "Noorden"
MNO's (80% van de wereldhandel)

Periferie "Zuiden"
lage productie en technologie

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Veranderend wereldsysteem
  • Arme landen handel vaak 'nadelig' -->  Ruilvoet ongunstig
  • Ruilvoet  = hoeveel goederen een land moet exporteren om een bepaalde hoeveelheid goederen te kunnen importeren.
  • Periferie landen export eenzijdig door grondstoffen




Waarom ben je dan kwetsbaar bij eenzijdige export?
Schrijf het eerst op

Slide 19 - Slide

Een veranderend wereldsysteem
  • Laatste 50 jaar --> ontstaan opkomende landen (snelle economische groei)
  • Centrum landen productie verplaatst naar periferielanden
  • Daardoor nu semi-periferie landen


Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Wat zegt dit kenmerk over de economische ontwikkeling?
Hoger / meer is beter
Lager / minder is beter
Geboortecijfer
Sterftecijfer
Omvang primaire sector
Omvang tertiaire sector
HDI
Analfabetisme
Aantal artsen per 1000 inwoners
Verstedelijking
Internetverbindingen
Levensverwachting

Slide 22 - Drag question

Lesdoelen §3.2
Na deze les weet je:
... nog een manier van het meten van de ontwikkeling van een land
.... de nadelen van deze manier van meten
... hoe het wereldsysteem is veranderd

Slide 23 - Slide

Conclusie
  1. Welke criteria kun je gebruiken om landen en gebieden met elkaar te vergelijken? 
  2. Welke economische indicatoren kun je gebruiken om landen en gebieden met elkaar te vergelijken? 
  3. Wat zijn de eigenschappen en de beperkingen van die indicatoren?

Slide 24 - Slide

Aan de slag!
Maak van §3.2 opdrachten 6, 9 en 10
Dit is huiswerk voor donderdag

Ben je eerder klaar?
Maak dan 7 en 8 (geen huiswerk, maar verdieping)

Slide 25 - Slide