Samenvatting hoofdstuk 2

1 / 28
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

leerdoelen
Je kunt negatieve getallen optellen en aftrekken
Je weet hoe je de tekens: <> en = moet gebruiken
Je kunt tegengestelde getallen opschrijven van getallen
Je kunt negatieve getallen delen en vermenigvuldigen
Je kunt de rekenvolgorde toepassen
Je bent goed voorbereid voor de toets van maandag

Slide 2 - Slide

3-1=

Slide 3 - Open question

bij optel of aftreksommen
!Als ze achter elkaar staan!
-- wordt +
+- wordt -
-+ wordt -
++ wordt +

Slide 4 - Slide

-2--5
wat komt er tussen de 2 en de 5 in te staan?
A
+
B
-

Slide 5 - Quiz

team -
team +
-2+5
5
2

Slide 6 - Drag question

-2--5

Slide 7 - Open question

Vakantie
wij gaan met de klas op vakantie naar Spanje. Gezellig!

we gaan meerdere dingen doen. We gaan bergbeklimmen, we gaan lekker in de zee zwemmen, we gaan duiken en nog veel meer

de top van de berg bevind zich op 2547 meter hoogte
het laagste punt dat we gaan duiken is -21 meter.

welk hoogte verschil zit er tussen deze twee momenten?

Slide 8 - Slide

De top van de berg bevind zich op 2547 meter hoogte
Het laagste punt dat we gaan duiken is -21 meter.
Wat is het hoogte verschil zit er tussen deze twee momenten?
(denk aan eenheden)

Slide 9 - Open question

het getal meest rechts op de getallen lijn is het grootst

Slide 10 - Slide

-3,5
-4

Slide 11 - Drag question

-3,5 ... -4
A
<
B
>
C
=

Slide 12 - Quiz

tegengestelde getallen
het tegengestelde getal is het getal dat even ver van de 0 af ligt aan de andere kant van de 0
bijvoorbeeld:
het tegengestelde getal van -5 is 5

Slide 13 - Slide

wat is het tegengestelde getal van -8?

Slide 14 - Open question

wat is het tegengestelde getal van 0?

Slide 15 - Open question

Bij vermenigvuldigen en delen van negatieve getallen

- x - = +          - : - = +
- x + = -          - : + = -
+ x - = -          + : - = -
+ x + = +          + : + = +
dus: heb jij twee dezelfde symbolen? dan +
heb jij twee verschillende symbolen? dan -

Slide 16 - Slide

stappenplan
eerst de symbolen delen of vermenigvuldigen
daarna de getallen

bijvoorbeeld
-6 x 2
de 6 is - en de 2 is + dus 
- x + = -
6 x 2 = 12
-6 x 2 = -12

Slide 17 - Slide

- x - =
A
+
B
-

Slide 18 - Quiz

30:6=

Slide 19 - Open question

-30:-6=

Slide 20 - Open question

Harold woont in Noorwegen, vlak bij zijn dorp is een meer. 
 Een ander meer in de buurt is het Sognefjord meer. De Sognefjord is 5 × zo diep als het meer in Harolds dorp. Op de landkaart staat bij de Sognefjord −1200. 
Wat staat er op de kaart bij het meer in Harolds dorp?    

Slide 21 - Slide

Harold woont in Noorwegen, vlak bij zijn dorp is een meer.
Een ander meer in de buurt is het Sognefjord meer. De Sognefjord is 5 × zo diep als het meer in Harolds dorp. Op de landkaart staat bij de Sognefjord −1200.
Wat staat er op de kaart bij het meer in Harolds dorp?

Slide 22 - Open question

rekenvolgorde
haakjes
x en :
+ en -
hoezo vind Dora ons aardig

Slide 23 - Slide

(−2 – 4) × 8 : 4

Slide 24 - Open question

(−2 + 4) × (−2 + 6)

Slide 25 - Open question

Waar zouden jullie nog wat meer uitleg over willen hebben?
optellen en aftrekken met negatieve getallen
<> en =
tegengestelde getallen
negatieve getallen x en :
rekenvolgorde

Slide 26 - Poll

leerdoelen
Je kunt negatieve getallen optellen en aftrekken
Je weet hoe je de tekens: <> en = moet gebruiken
Je kunt tegengestelde getallen opschrijven van getallen
Je kunt negatieve getallen delen en vermenigvuldigen
Je kunt de rekenvolgorde toepassen
Je bent goed voorbereid voor de toets van maandag

Slide 27 - Slide

Pak je spullen in en blijf zitten tot de bel gaat

Succes maandag! Jullie kunnen het!

Slide 28 - Slide