Voeding 7.4 en 7.5

• FD
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Wat hebben wij vorige week behandeld?

7.5 Voedsel bereiden 

In een werkplan staat wie wat gaat doen, wat er gemaakt wordt en wat daarvoor nodig is. 

Overleg wat er gemaakt gaat worden en wat daarvoor nodig is.

Spreek af wie de boodschappen doet, wie welke taken heeft bij het koken, wie de tafel dekt en wie er afruimt.

Werk aan een schoon aanrecht en gebruik een schone vaatdoek.

Houd vuile producten apart van schone producten.

Rauwe producten mogen niet naast bereide producten liggen.

Zo voorkom je kruisbesmetting.

De kans op ziekteverwekkers in het eten wordt verkleind als je het eten door en door verhit.

menu- regels

• kleur: goede kleurcombinaties, bijv. wortels met doperwten. 
•  geur: meerdere sterk geurende gerechten passen niet bij elkaar. 
• smaak: varieer in smaak, niet alleen zoete gerechten. 
• consistentie: dikte van de saus 
• verzadiging: de tijd dat de maaltijd in je maag blijft en het gevoel dat het hierbij geeft. Zit je vol na het gerecht? 

Koken voor de bewoner

• Voldoende afwisseling: iedere dag een ander gerecht
• Het seizoen: houdt rekening met seizoensgroente en -fruit.
• De hoeveelheid: voor hoeveel personen maak je het gerecht? 

Aan de slag!

www.woonhulponline.nl

Maken: t/m module 7 Voeding 

Wat heb je nodig om koffie te zetten?

Wat heb je nodig om thee te zetten?

Wat heb je nodig om koffie te zetten?

• koffiezetapparaat
• koffiefilters
• koffiebonen 
• koffiecapsules
• mok met onderzetter en theelepel
• suiker
• melk

Wat heb je nodig om thee te zetten

• heet water
• theezakje ( verschillende smaken)
• theeglas
• theezeef