les 5 Omgaan met klanten

les 5
 Omgaan met klanten a
welkom blz 83
hier zit het hele hoofdstuk in
1 / 19
next
Slide 1: Slide
DetailPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

les 5
 Omgaan met klanten a
welkom blz 83
hier zit het hele hoofdstuk in

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

de winkelmedewerker is het AANSPREEKPUNT in een winkel

Slide 3 - Slide

OMZET
Geld dat de winkel ontvangt van een klant!

Een tevreden klant komt terug en zorgt zo voor meer omzet!

Slide 4 - Slide

Klantvriendelijkheid
Je helpt een klant vriendelijk, netjes, correct en enthousiast
je helpt een klant zo goed mogelijk je bent
klantgericht

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

3b Eigenschappen Winkelmedewerker

 



Je bent niet alleen vriendelijk maar je weet ook wat je verkoopt
je hebt Productkennis


Pak een product uit de winkel waar je kennis van hebt

Slide 7 - Slide

bevooroordeel klanten NOOIT
wie weet wat dat betekent?

maak de vragen op blz 88 en 89

Slide 8 - Slide

Vormen van omgaan met de klant


#begroeten
#regels :oogcontact
spreek aan met U
 (niet onbeleefd)


Slide 9 - Slide

beleefd zijn !!!
Beleefdheidsvorm is de manier van iemand aanspreken,
je gebruikt U als aanspreekvorm, dit is respectvol, beleefd en zakelijk.

ken je de klant al wat beter dan kun je vaak ook je of jij zeggen dit noem je TUTOYEREN.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Doorvragen-observeren-doorverwijzen


Slide 12 - Slide

observeren
Kijk goed naar de klant, en luister goed naar hem.
gebeurt dit in de volgende film??

Slide 13 - Slide

Doorverwijzen
Als jij de klant niet kan helpen, dan verwijs je de klant door naar een collega

Slide 14 - Slide

klantbenadering
wanneer is het beste moment om een klant aan te spreken,
dit noem je het inspringmoment

Slide 15 - Slide

????????????????
Koopmotief= waarom koop je iets

Koopwens= is de oplossing voor het motief

Slide 16 - Slide

maak de vragen op blz 112
Adviseren:  Als een klant twijfelt kun je hem helpen door een advies te geven. Het is dan wel belangrijk dat je kennis hebt.

Als je weet wat de voordelen van een product zijn dan heb je gelijk een verkoopargument!
let op een product kan ook nadelen hebben
beantwoord de vragen op blz 114.

Slide 17 - Slide

Bijverkoop
Een goede verkoper probeert bij het product nog iets extras te verkopen! extra omzet!

Soms heb je het product niet en kun je het dus ook niet verkopen, dit noemen we NEEVERKOOP
je probeert dan iets anders te verkopen, een PLAATSVERVANGENDE VERKOOP

Slide 18 - Slide

Slotvraag : Hoe noem je het  bedieningssysteem bij de slager?
zelfbediening, semi-zelfbediening of bediening

Slide 19 - Slide