What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Grammatica lijdend voorwerp
Bij wie hoor jij? Zoek je buddy
1 / 25
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
This lesson contains
25 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Bij wie hoor jij? Zoek je buddy
Slide 1 - Slide
Buddy gevonden?
Bedenk een zin van minimaal 7 woorden met jullie kaartjes.
Voorbeeld:
Je hebt
JAN
en
ONDERWERP
.
Jan
maakt ruzie met zijn kleine broertje.
timer
1:00
Slide 2 - Slide
Welke zinnen hebben jullie bedacht?
Slide 3 - Slide
Plakken maar
Heb jij het kaartje
persoonsvorm
, plak het op de goede plek op het bord.
Heb jij het kaartje
onderwerp
, plak het op de goede plek op het bord.
Heb jij het kaartje
ww gezegde
, plak het op de goede plek op het bord.
Slide 4 - Slide
Wat blijft er over?
Lijdend voorwerp.
(LV)
Wie of wat + ww.gezegde + onderwerp
Slide 5 - Slide
Jan eet
een
appel
.
Slide 6 - Slide
Anna slaat
de jongen.
Slide 7 - Slide
Groepsopdracht
Werk in groepjes van 4
Elk groepslid krijgt een andere rol
(onderwerp, pv, ww gezegde, lv)
Maak samen 4 zinnen
Iedere rol bedenkt zijn eigen stukje van de zin.
Zorg dat
ALLE
rollen in je zin zitten
timer
2:00
Slide 8 - Slide
Doorgeven
Zoek op:
persoonsvorm
onderwerp
ww gezegde
lijdend voorwerp
timer
2:00
Slide 9 - Slide
Doorgeven
Controleer:
persoonsvorm
onderwerp
ww gezegde
lijdend voorwerp
timer
1:00
Slide 10 - Slide
Teruggeven
Je krijgt jullie eigen blad terug.
Wat vind je van de opmerkingen?
timer
1:00
Slide 11 - Slide
Er zit ALTIJD een lijdend voorwerp in een zin.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quiz
Het antwoord op de vraag:
wie/wat + ww.gezegde + onderwerp is het......
A
onderwerp
B
werkwoordelijk gezegde
C
lijdend voorwerp
D
persoonsvorm
Slide 13 - Quiz
Marije eet een peer.
Wat is het lijdend voorwerp?
A
peer
B
een peer
C
Marije
D
eet
Slide 14 - Quiz
Opa koopt een vaas.
Wat is het lijdend voorwerp?
A
koopt
B
opa
C
een vaas
D
vaas
Slide 15 - Quiz
De zusjes spelen verstoppertje.
Wat is het lijdend voorwerp?
A
de
B
zusjes
C
spelen
D
verstoppertje
Slide 16 - Quiz
Bram gaat verven.
Bram is het lijdend voorwerp.
A
waar
B
niet waar
Slide 17 - Quiz
Esther eet soep.
Soep is het lijdend voorwerp.
A
waar
B
niet waar
Slide 18 - Quiz
Kartriene wil een pop voor haar verjaardag.
Verjaardag is het lijdend voorwerp
A
waar
B
niet waar
Slide 19 - Quiz
Kartriene wil graag een pop voor haar verjaardag.
Wat is het lijdend voorwerp?
A
Katriene
B
wil
C
een pop
D
voor haar
Slide 20 - Quiz
Papa kijkt naar de televisie.
Wat is het lijdend voorwerp?
A
papa
B
kijkt
C
naar de televisie
D
er zit geen lv in
Slide 21 - Quiz
Wat vond je van deze les?
A
Super leuk
B
Leuk
C
Gaat wel
D
Saai
Slide 22 - Quiz
Wat vond je makkelijk?
Slide 23 - Open question
Wat vond je moeilijk?
Slide 24 - Open question
Slide 25 - Slide
More lessons like this
Grammatica lijdend voorwerp
September 2022
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1,2
Grammatica lijdend voorwerp
January 2018
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1,2
(W46 geel) Lijdend voorwerp
November 2020
- Lesson with
49 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 7,8
13-3 A1
March 2019
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Lijdend voorwerp
December 2023
- Lesson with
37 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 7
Lijdend voorwerp
December 2023
- Lesson with
46 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 7
SMS klas 5; het lijdend voorwerp thema 3.
March 2022
- Lesson with
49 slides
Taalles
Primary Education
Age 10,11
Les 4: lijdend en meewerkend voorwerp
February 2024
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Secundair onderwijs