What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Grammatica les 3
Wat gaan we doen?
Herhalen werkwoord
hebben
Uitleg werkwoord
zijn
DISK: Grammaticatrainer
Blooket werkwoord
zijn
1 / 26
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
ISK
This lesson contains
26 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wat gaan we doen?
Herhalen werkwoord
hebben
Uitleg werkwoord
zijn
DISK: Grammaticatrainer
Blooket werkwoord
zijn
Slide 1 - Slide
Doelen
Je leert hoe je het werkwoord
zijn
goed moet schrijven.
Slide 2 - Slide
Herhalen werkwoord hebben
Slide 3 - Slide
Schrijf de juiste vorm op
1. Ik ... een pen.
2. Jij ... een pen.
3. ... jij een pen?
4. Hij/Ze (zij) ... een pen.
5. U ... een pen.
6. Wij ... een pen.
7. Jullie ... een pen.
8. Ze (zij) ... een pen.
Hebben
Slide 4 - Slide
Het werkwoord zijn
Slide 5 - Slide
Een werkwoord
Werkwoord
= doe-woord
Een werkwoord
doet
iets: lopen, slapen, leren, eten enz.
Belangrijk werkwoord in het Nederlands:
ZIJN
Slide 6 - Slide
Onregelmatige werkwoorden
Zijn
is het
hele werkwoord
.
het
hele werkwoor
d verandert met de persoon :
Ik - jij - hij / zij / u (= 1 enkelvoud)
wij - jullie - zij (2, 3 ... meervoud)
Ik
ben
de docent.
Jij
bent
de leerling.
Wij zijn in de klas.
Slide 7 - Slide
Werkwoordsvormen
Ik
ben
de docent.
Jij
bent
de cursist.
ben
en
bent
zijn
vormen
van het werkwoord
zijn
.
ben
is de vorm die hoort bij
ik
>
Ik
ben
.
Dit heet de
ik-vorm
.
Zijn: Ik ben / Jij bent / Hij is
Dit zijn allemaal
vormen
van het werkwoord hebben.
Slide 8 - Slide
Vervoegen werkwoord zijn I
Ik ben
Je (Jij) bent
U bent
Hij is
Ze (Zij) is
Slide 9 - Slide
Vervoegen werkwoord zijn II
We (Wij) zijn
Jullie zijn
Ze (zij) zijn
Meervoud = altijd het hele werkwoord (infinitief)
Slide 10 - Slide
Jij-vorm bij een vraag
Jij bent een leerling.
Bent
jij een leerling?
Ben
jij een leerling?
'Jij' staat achter het werkwoord?
Weg letter T!
Alleen bij de JIJ-vorm:
Ben
t
u een leerling?
Slide 11 - Slide
Alle vormen op een rijtje
Ik
ben
Jij
bent
Ben
jij?
U
bent
Hij/Ze (zij)
is
_________________________________________________________________
Wij
zijn
Jullie
zijn
Ze (zij)
zijn
enkelvoud
meervoud
Slide 12 - Slide
Morgen ... ik vrij.
Slide 13 - Open question
Jij ... bang voor spinnen.
Slide 14 - Open question
Hij ... jarig.
Slide 15 - Open question
Zij (1) ... verliefd op hem.
Slide 16 - Open question
Vandaag ... wij thuis.
Slide 17 - Open question
Jullie ... goede leerlingen.
Slide 18 - Open question
Zij (2) ... ziek.
Slide 19 - Open question
app2.diskmethode.nl
Slide 20 - Link
Maak opdracht 2.5
Slide 21 - Slide
Ga naar Blooket
Slide 22 - Slide
dashboard.blooket.com
Slide 23 - Link
Ga naar Kahoot
Slide 24 - Slide
create.kahoot.it
Slide 25 - Link
Einde van de les
Slide 26 - Slide
More lessons like this
Grammatica les 3
December 2024
- Lesson with
27 slides
Nederlands
ISK
Journaal en het werkwoord ''zijn''
December 2024
- Lesson with
17 slides
NT2
ISK
Werkwoord en vervoegen 'hebben'en 'zijn
January 2025
- Lesson with
18 slides
NT2
ISK
het werkwoord 'zijn'
7 days ago
- Lesson with
15 slides
NT2
ISK
werkwoorden
April 2023
- Lesson with
16 slides
P4 avoir, être, aller, faire in alle tijden
May 2024
- Lesson with
41 slides
Verleden tijd - passé composé
March 2024
- Lesson with
14 slides
Frans
Lager onderwijs
1.7 Werkwoorden vervoegen en inversie
September 2023
- Lesson with
13 slides
Instroom 1
Secundair onderwijs