This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
What are we going to do today?
- Grammar revision
- Study for you test
Slide 1 - Slide
Past Simple + irregular verbs
De normale verleden tijd wordt gemaakt door -ed achter het werkwoord te plakken.
I walk wordt I walked
We stay wordt we stayed
Slide 2 - Slide
Voor sommige werkwoorden is er een onregelmatige vorm.
Deze lijst kun je vinden op (p.219). Het tweede rijtje is de verleden tijd.
Before.
I buy some milk wordt in de verleden tijd = I bought some milk.
Slide 3 - Slide
Werkwoorden om te leren voor de toets:
Havo: to go, to forget, to catch, to come, to find, to bring
VWO: to be, to go, to have, to do, to leave, to come, to see.
Slide 4 - Slide
We ….. (to go) to the supermarket.
A
goed
B
went
Slide 5 - Quiz
Past Simple & Past Continuous
Je gebruikt de Past Simple en de Past Continuous in 1 zin wanneer er een langere actie (Past Continuous) is die onderbroken wordt door een kortere actie (Past Simple)
I was calling my mom when my brother walked in.
> Ik was al aan het bellen en TOEN kwam mn broertje binnen.
Slide 6 - Slide
Past Simple & Past Continuous
Je gebruikt de Past Continuous dus voor de langere actie.
Je maakt deze vorm door: was/were + hele werkwoord + ing.
bijvoorbeeld: was call + ing = was calling.
Je gebruikt de Past Simple voor kortere actie. Je maakt deze door bij regelmatige werkwoorden -ed erbij te zetten of door het tweede rijtje van de irregular verbs te gebruiken.
Slide 7 - Slide
When & While
When geeft aan dat ik iets aan het doen was wat onderbroken werd door een andere actie.
He was reading a book when he fell asleep. (Na when komt dus de kortere actie)
While geeft de zin precies andere richting.
The bus drove off while I was searching for my card. (Na while komt dus langere actie)
Slide 8 - Slide
We ………. (bake) a pie when the guests ........ (arrive)
Slide 9 - Open question
It ..…… (start) to rain while I ………… (swim) in the pool.