Hoofdstuk 2 - les 1 (blokuur)

Welkom bij Nederlands
  • Lezen (20 minuten)
  • Theorie (znw, lw, bijv.nw, ww)
  • Weektaak
  • Oefentoets werkwoordspelling 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands
  • Lezen (20 minuten)
  • Theorie (znw, lw, bijv.nw, ww)
  • Weektaak
  • Oefentoets werkwoordspelling 

Slide 1 - Slide

Lezen
Wat? Lezen in een boek
Hoe? In stilte
Tijd? 20 minuten

timer
20:00

Slide 2 - Slide

Bepaald lidwoord
de en het zijn bepaalde lidwoorden
Je gebruikt het als het duidelijk is wie of wat je bedoeld: de jongen, het plan, de fiets.

Slide 3 - Slide

Onbepaald lidwoord
Het lidwoord een is een onbepaald lidwoord.
Je gebruikt het als niet duidelijk is wat of wie je precies bedoelt: een jongen, een plan, een fiets.

Slide 4 - Slide

Zelfstandige naamwoorden
Wat zijn zelfstandige naamwoorden?

Slide 5 - Slide

Zelfstandige naamwoorden
  • mensen
  • dieren
  • planten
  • dingen
  • NAMEN (!!!)
  • begrippen 
Hoe herken je een zelfstandig naamwoord?
Voorbeelden?

Slide 6 - Slide

Zelfstandig naamwoord
  • Je kunt er meestal de, het of een voor zetten 
  • Meestal kun je een zelfstandig naamwoord in
      het meervoud zetten 
  • Je kunt meestal een verkleinwoord maken van
     een zelfstandig naamwoord

Slide 7 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord (bn)
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een  zelfstandig naamwoord. Het geeft een eigenschap, kenmerk of toestand aan van een zelfstandig naamwoord. Vaak staan ze voor het zn waar ze bij horen, maar niet altijd!
Voorbeelden:
de rode auto -->  rode zegt iets over auto en is dus bn.
de auto is rood --> rood zegt auto en is dus bn.

Slide 8 - Slide

Wat is geen bijvoeglijk naamwoord?
A
groene
B
sterke
C
man
D
boze

Slide 9 - Quiz

bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig naamwoord
het
kleine
rode
autootje
lidwoord
bijvoeglijk naamwoord

Slide 10 - Drag question

zelfstandig naamwoord
 Bijvoeglijk naamwoord
Zelfstandig
naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
peren
aardige
auto
Roos

Lokalen
klein

Slide 11 - Drag question

Werkwoorden
Een werkwoord is een woordsoort.
In een zin staat ten minste één werkwoord.
Er zijn ook zinnen met meer dan één werkwoord.

Een werkwoord zegt wat iets of iemand doet, wat iets of iemand overkomt of  wat er is gebeurd.


Slide 12 - Slide

Weektaak
Wat? H2 opdracht 1, 2, 3 en 4
Hoe? In je werkboek, gebruik je aantekeningen
Hulp? Steek je hand op
Tijd? 15 minuten
Klaar? Lezen in je boek

timer
15:00

Slide 13 - Slide

Online zelftoets
Open je laptop
Ga naar: Op Niveau > digitale leeromgeving

2. Taalverzorging 1 > 2.1 grammatica > opdrachten > zelftoets grammatica


Slide 14 - Slide