Taalweetjes

1 / 10
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wie weet de meeste woorden? Probeer het ook met smaak.

Slide 3 - Mind map

Smaak:
kaak, haak, taak, kraak, braak, maak, vaak, zaak, knaak, staak, blaak.

Slide 4 - Slide

Wie weet de meeste woorden? Probeer het ook met ruiken.

Slide 5 - Mind map

Ruiken:
 kuiken, duiken, fuiken, luiken.

Slide 6 - Slide

Wie weet de meeste woorden? Probeer het ook met zien.

Slide 7 - Mind map

Zien:
tien, afzien, misschien, dien, bovendien.

Slide 8 - Slide

Wie weet de meeste woorden? Probeer het ook met horen.

Slide 9 - Mind map

Horen
 boren, koren, storen, voren, stukadoren, kantoren.

Slide 10 - Slide