gastheer/gastvrouw les 26

Wat is het gevarensymbool voor een bijtende stof?
A
B
C
D
1 / 28
next
Slide 1: Quiz in interactive video
gastheer/vrouwPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Wat is het gevarensymbool voor een bijtende stof?
A
B
C
D

Slide 1 - Quiz

Gastheer/gastvrouw les 26
18-05-2021

Slide 2 - Slide

Planning
Mini-toets
Herhaling  met de espressomachine 

Slide 3 - Slide

Welke van onderstaande is GEEN van de 14 meest voorkomende voedselallergenen
A
Garnalen
B
Soja
C
Noten
D
Selderij

Slide 4 - Quiz

Wat voor soort wijn kun je het beste serveren bij een gegrilde biefstuk
A
Een frisse witte wijn
B
Een zoete witte wijn
C
Een stevige rode wijn
D
Een fruitige/lichte rode wijn

Slide 5 - Quiz

Wat zie je op onderstaande foto?
A
Een muddler
B
Een jigger
C
Een strainer
D
Een shaker

Slide 6 - Quiz

Groene thee en zwarte thee komt van dezelfde plant
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Noem 5 dingen die je kunt vragen bij een telefonische reservering?

Slide 8 - Open question

Wat is het verschil tussen een cappuccino en een café latte?
A
De temperatuur van de melk
B
In een latte gaat een dubbel shot espresso
C
De hoeveelheid suiker die erin zit.
D
De dikte van het schuim

Slide 9 - Quiz

Vanaf welk moment begint de verblijfsfase?

Slide 10 - Open question

Koolhydraten komen vooral voor in frisdrank, aardappelen en pasta
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Een ander woord voor proteïne is?
A
Lipiden
B
Sulfiet
C
Eiwit
D
2,4,6-trichlooranisol

Slide 12 - Quiz

Waarom is het belangrijk dat een topsporter veel proteïne eet?
A
Dit breekt giftige stoffen af
B
Dit zijn bouwstoffen voor het lichaam
C
Een topsporter moet géén proteïne eten
D
Dit vult de maag snel

Slide 13 - Quiz

Schrijf het openen van een wijnfles in zoveel mogelijk details op

Slide 14 - Open question

Waarom serveren we een glaasje water bij een espresso?
A
Om je smaak te neutraliseren
B
Tegen de cafeïne
C
Zo koelt je espresso sneller af
D
Nederlanders willen altijd iets gratis

Slide 15 - Quiz

Schrijf zoveel mogelijk van de 14 meest voorkomende voedselallergieën op
timer
2:00

Slide 16 - Open question

Glutenbevattende granen (tarwe, rogge, gerst, haver, spelt, khorasantarwe/ kamut)
Schaaldieren Eieren Vis
Pinda Soja Melk (inclusief lactose) Noten
Selderij Mosterd Sesamzaad
sulfiet Lupine Weekdieren

Slide 17 - Slide

Wat is een hygiene code?
A
Een geheime code
B
Een regel voor hygiene
C
Een afgestemd HACCP-systeem
D
De code van de Warenwet

Slide 18 - Quiz

Wat is persoonlijke hygiëne?
A
Nooit douchen.
B
Verzorging van je eigen lichaam en kleding.
C
Andere verzorgen.
D
Stinkvoeten hebben.

Slide 19 - Quiz

Wat betekent de afkorting HACCP?

Slide 20 - Open question

Gevarensymbool
A
Schadelijk
B
Explosief
C
Giftig
D
Dodelijk

Slide 21 - Quiz


Wat betekent dit gevarensymbool?
A
licht ontvlambaar
B
milieu gevaarlijk
C
bijtend /corrosief
D
giftig

Slide 22 - Quiz

Een voorbeeld van een logiesverstrekkend bedrijf is?
A
Een hostel
B
Een coffeshop
C
Een eetcafé
D
Een discotheek

Slide 23 - Quiz

Wat zijn de zes P's?

Slide 24 - Open question

Waarvoor dient een molton?
A
Hygiëne
B
Tegen vocht op tafel
C
Bescherming van de tafelpoten
D
Demping en bescherming van de tafel

Slide 25 - Quiz

Wat is de drank- en horecawet?
A
Een wet die gaat over welk soort bier je tapt
B
Een wet die gaat over het schenken van alcohol
C
Een wet die gaat over je wijnkaart
D
Een wet die zegt hoeveel alcohol je mag verkopen per dag

Slide 26 - Quiz

Dit was het theoriegedeelte

Slide 27 - Slide

Verder oefenen met koffie en thee.

Slide 28 - Slide