This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
De peuter deel 3 Taalontwikkeling
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
7.3.2 Taalontwikkeling bij peuters
Slide 4 - Mind map
7.3.2 Snel verbeterd taalgebruik
Slide 5 - Mind map
Slide 6 - Slide
7.3.2 Verschillen in woordenschat
Slide 7 - Mind map
Slide 8 - Slide
7.3.2 Taalontwikkeling stimuleren
Slide 9 - Mind map
Slide 10 - Slide
8.3.4 Taalactiviteiten
Slide 11 - Mind map
Slide 12 - Slide
8.3.4 Interactief voorlezen
Slide 13 - Mind map
Interactief voorlezen is een manier van voorlezen waarbij de voorlezer contact zoekt met de kinderen die hij voorleest, actief reacties uitlokt en deze gebruikt bij het voorlezen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
8.3.4 Voorlezen verlevendigen
Slide 18 - Mind map
Slide 19 - Slide
8.3.4 Taal stimulerende activiteiten in de kleine kring
Slide 20 - Mind map
Slide 21 - Slide
8.3.4 Groepsknuffeldier
Slide 22 - Mind map
Slide 23 - Slide
B. Hoe stimuleer jij de taalontwikkeling van de peuter? Vul de zinnen aan.• Als een peuter iets als die of dat benoemt of iets aanwijst, dan:
Slide 24 - Open question
Als een peuter een woord fout gebruikt, bijvoorbeeld ‘commolen’ in plaats van ‘commode’,
Slide 25 - Open question
Als een peuter brult omdat hij moet opruimen, dan:
Slide 26 - Open question
Opdracht 2 In de theorie staat: Goed voorlezen is interactief voorlezen. A. Leg in je eigen woorden uit wat hiermee wordt bedoeld.
Slide 27 - Open question
B. Stel, je leest een boek van Dick Bruna over Nijntje is ziek, ze wil niet eten en alleen maar slapen. Maar dan komen haar vriendjes langs met lekker fruit. Nijntje eet wat en voelt zich snel beter. Welke open vragen zou je bij dit verhaal kunnen stellen? Bedenk er minimaal drie.
Slide 28 - Open question
Opdracht 3 De ontwikkeling van de taal is belangrijk in het leven van een peuter. A. Bedenk een activiteit om spelenderwijs begrippen mee te oefenen zoals kleuren en voorzetsels.
Slide 29 - Open question
B. Bedenk een activiteit om spelenderwijs de namen van lichaamsdelen te oefenen.
Slide 30 - Open question
Huiswerk
• Boek: Ontwikkeling en activiteiten pw:
Ontwikkeling van kleuters Hoofdstuk 9 (p.124-135)
Lezen en samenvatten/mindmap maken
Slide 31 - Slide
Wat vond je van de les? wat neem je mee? Heb je actief mee gedaan? waarom/ wel niet
Slide 32 - Slide
1. Wat vond je van de les? 2. Heb ik actief meegedaan waarom wel/ niet? 3. Wat neem je mee?