Oriënteren; student kijkt mee met een werkbegeleider die vaardigheid uitvoert
Oefenen; student oefent deelhandelingen stap voor stap in een nagemaakte praktijksituatie bv vaardigheidslokaal
Toepassen; student voert uit in de beroepspraktijk onder toeziend oog van de werkbegeleider
Transfer; student leert vaardigheid ook toepassen in andere situaties