Op veel schepen wordt sonar gebruikt om de diepte van de zee te meten. Een geluidsbron zendt onder water geluidspulsen uit. De pulsen kaatsen terug tegen de zeebodem en worden daarna weer door een ontvanger opgevangen. Tussen het uitzenden en opvangen van een geluidspuls verloopt een korte tijd. Het sonarsysteem meet die tijd en berekent daaruit automatisch hoe diep de zee is.