Reading Strategies h2

1 / 26
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Today's lesson

  • Reading strategies
  • Different types of questions.
  • Reading practice. 
  • Practise your own skill for Friday.
  • Study Unit 6 & 7.

At the end of the lesson you :
  • know different reading strategies.
  • can use these reading strategies.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Why do people write?
A
To inform
B
To instruct
C
To entertain
D
To convince

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

What can you do
to find information in a text?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

What reading strategies do you know?

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Lees je een stripverhaal op dezelfde manier als de handleiding van een IKEA kast?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Is het handig om tijdens een leestoets bij iedere vraag de hele tekst te lezen?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Strategies:

1) Exploring a text = Read titles, subheadings, pictures, lists, diagrams

2) Reading globally / Skimmen = 
      - Read title and subheadings
      - introduction
      - conclusion
      - ELZA: eerste en laatste zin alinea

3) Scanning = looking for specific information e.g. names, dates, numbers etc. 

4) Reading intently = read everything carefully. Look up difficult words.


Slide 8 - Slide

Soorten leestechnieken:

Uitstekende delen: titel, kopjes, ander lettertype, plaatjes, inzetjes (om onderwerp te achterhalen ivm ophalen voorkennis)
Globaal lezen (reading globally) = oppervlakkig, achterhaal je alleen belangrijkste info => tekstsoort

    Lees titel + tussenkopjes

    Lees inleiding en slot

    ELZA: Lees eerste en laatste zin iedere alinea

    Opsomming

Scannend lezen: op zoek naar specifiek woord of woordgroep (om vragen te beantwoorden)

Intensief lezen: heel secuur de gehele tekst lezen. (voor vragen noodzakelijk)
  • Zoek belangrijkste woorden/zin in iedere alinea
  • Onderstreep structuur aanwijzende woorden (First of all…, secondly…, which was followed by… , referening to, previously mentioned…, another…,
  • let op de schrijfwijze van de naam (lang/kort) en logische volgorde van de tekstopbouw
Zoek betekenis belangrijke woorden op





Reading globally
Reading intently
Scanning

Je moet voor een opdracht bepaalde informatie uit een tekst halen.
Je leest de vragen van een proefwerk of examen.
Je wilt weten welke informatie je in grote lijnen in welke alinea kan vinden

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Je leest over de geschiedenis van de supermarkt, komt moeilijke woorden tegen en je zoekt de betekenis daarvan op.
A
Zoekend
B
Globaal
C
Intensief

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

In een folder van een reisbureau kijk je naar mogelijke vakantiebestemmingen voor in de zomer.​
A
Zoekend
B
Globaal
C
Intensief

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Op een website over Nieuw Zeeland zoek je informatie over gevaarlijke dieren.
A
Zoekend
B
Globaal
C
Intensief

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Hoe pak je leesopdrachten aan?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Step-by-step plan
1.  Exploring a text -> What is it about?
1A. DO NOT READ THE ENTIRE TEXT! 
2. Read the question: Do you have to be in a specific paragraph? -> highlight it
3. What kind of question is it? 


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Kind of questions
  • Meerkeuze vragen
  • Open vragen/Citeer vragen
  • Gaten vragen
  • Ja/nee, juist/onjuist, waar/niet waar vragen

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

What question is the most difficult?

Slide 16 - Mind map

This item has no instructions

Open vragen (pag. 93D)
  1. Lees de vraag heel goed. Doe wat er wordt gevraagd, niet meer en niet minder (zie vraag 3)
  2. Is de vraag in het Nederlands, antwoord in het Nederlands.
  3. Is de vraag "Citeer de eerste twee woorden waarin..." Dan schrijf je de gevraagde woorden over, dus in het Engels.
  4. Houd je aan de inhoud van de tekst en niet wat je zelf denkt.


Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Ja/nee, juist/onjuist, waar/niet waar
  1. Lees de beweringen heel goed. 
  2. Zoek voor de antwoorden in de tekst zelf. Het gaat niet om wat je zelf waar of niet waar vindt.
  3. De puntentelling is meestal: 4 antwoorden goed = 2 punten, 3 antwoorden goed = 1 punt, 2 of minder goed = 0 punten.


Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Multiple choice: Step-by-step
  1. Read the question. Not the answers, yet! 
  2. If it says 'read paragraph 1' don't read the rest of the text.
  3. Try to answer the question for yourself.
  4. Now read the answers. 
  5. Which ones are nonsense?  Cross them out.
  6. Which answer is like your answer? That one is probably right.
  7. Choose your answer & check.


Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Which steps do you take? 
Put in the right order:
A) Ik lees de antwoorden.
B) Ik lees de eerste vraag.
C) Ik ga naar de volgende tekst.
D) Ik kijk naar de titel, kopjes en plaatjes.
E) Ik scan de tekst globaal om te zien waar het over gaat.
F) Ik lees de betreffende alinea of zinnen goed.
G) Ik kies een antwoord en controleer andere mogelijkheden.



Slide 21 - Slide

D, E, B, F, A, G, C.
Practise with Charles Dickens, page 93D.
Read question 1 & 2. What do you do to answer these?
Answer 1 & 2
Doe 3 t/m 5 voor jezelf. 
3: Welke twee redenen? Niet meer, niet minder.
4: Schrijf de eerste twee woorden op van de zin waarin dit wordt gezegd. In welke taal doe je dat?
5 yes or no?






timer
7:00

Slide 22 - Slide

1) Scan de tekst voor Gad's Hill Place.
Read that part of the text.
Cross out the answers that are wrong.
Correct answer: E.
2) Scan the text: his father.
beweringen, kan ook meer dan 1 zijn.
Correct answer: B
3) Zijn vader gaf meer uit dan hij verdiende. Het was een groot gezin. 
4) "Those years..." (alinea 3)
5) yes, yes, no, yes, no


Hoe goed ken je de 'reading strategies'?
Goed en ik kan ze ook toepassen.
Goed genoeg. Ik denk dat ik ze kan toepassen.
Een beetje. Ik hoop dat ik ze kan toepassen.
Geen idee. Ik heb meer uitleg en oefening nodig.
Geen idee. Ik heb niet echt opgelet.

Slide 23 - Poll

This item has no instructions

Hoe ga je leren voor de
skills test van vrijdag?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

timer
15:00
Practise your own skill. Questions? Ask!

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Tijd over?
Ga verder met de online assignments van Unit 6 & 7.
Leer de woordenlijsten van 6 & 7. Hoe doe je dat?

Homework for Friday: Practise for your skills test.

Homework for Wednesday: Finish online assignments &
Study Word list Unit 6 & 7

Slide 26 - Slide

This item has no instructions