This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Waar denk je aan bij verkopen?
Slide 1 - Mind map
Hoofdstuk 7
Verkopen
Doelstellingen:
Hoe je een product aan een klant verkoopt
Hoe je een verkoopgesprek voert
Hoe je een klacht behandelt
Hoe je om kunt gaan met criminaliteit
Slide 2 - Slide
Agenda vandaag:
Vragen
Slide 3 - Slide
Verkopen
Hoe moet het niet:
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Spiegelmethode
3 soorten klanten
Slide 6 - Slide
De afstandelijke klant is:
A
de klant die alles beter weet
B
de klant die gesloten is
C
de klant die snel persoonlijk wordt
Slide 7 - Quiz
Noem 6 onderdelen die passen bij een commerciële houding
Slide 8 - Mind map
Wat zijn de 4 belangrijkste verkoopvaardigheden?
Slide 9 - Open question
padlet.com
Slide 10 - Link
Wat doe je bij trap 2?
A
Inleiding
B
informatie inwinnen
C
Overtuigen
D
Informatie geven
Slide 11 - Quiz
Opdracht:
Je bent kledingverkoper. Een klant komt bij je, hij of zij moet kleding hebben voor een Bruiloft geef bij elk van de 6 trappen een voorbeeld en mail mij deze:
Trap 1.............
Voorbeeld
Trap 2............
Voorbeeld
timer
10:00
Slide 12 - Slide
Productkennis (telefoon)
1) Hoe gebruik je het product
Praktische productkennis (hoe werkt de telefoon)
2) Welke artikelen kun je erbij verkopen?
Commerciële productkennis (hoesje erbij verkopen)
3) Van welke grondstoffen is het product gemaakt?
(oplader uit stopcontact 's nachts kan brand opleveren)
Slide 13 - Slide
Opdracht:
Beschrijf de 3 productkennis zaken die we net hebben behandeld aan de hand van een schoen.
5 minuten (foto via teams)
timer
5:00
Slide 14 - Slide
Noem minstens 4 zaken die vermeld moeten staan op een etiket voor voedingsmiddelen?
Slide 15 - Mind map
Wassen tot 40 graden
Niet wassen
37% polyester
Strijken tot maximaal 150 graden
Slide 16 - Drag question
Welke 5 stappen doorloop je bij het oplossen van klachten?
Slide 17 - Open question
Ook al vind jij de klacht onzinnig/stom. Je gaat hierover niet in discussie met de klant.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 18 - Quiz
RAAK-Principe bij een overval.
Leg elke letter uit en geef 2 voorbeelden over wat je moet doen.
Dit moet je mij chatten of mailen.
timer
5:00
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Video
Als je een winkeldief op heterdaad betrapt en aangifte doet, kun je voor de tijd die je hieraan kwijt bent € 181 schadevergoeding eisen van de dader
A
Juist
B
Onjuist
Slide 21 - Quiz
Hoeveel procent van de Nederlanders koopt wel eens online?