Engelse werkwoorden

Wat gaan we doen deze les?
  • Check-in: pv tt, pv vt en vd
  • Engelse werkwoorden > uitleg
  • Oefenen met Engelse werkwoorden 

Aan het einde van de les:
kun je Engelse werkwoorden in het Nederlands vervoegen.
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsSpeciaal OnderwijsLeerroute 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen deze les?
  • Check-in: pv tt, pv vt en vd
  • Engelse werkwoorden > uitleg
  • Oefenen met Engelse werkwoorden 

Aan het einde van de les:
kun je Engelse werkwoorden in het Nederlands vervoegen.

Slide 1 - Slide

CHECK

Je .................... (melden, tt) een klacht over je bestelde artikel altijd bij de klantenservice.

De speler .................... (trappen, vt) de bal in het doel en de supporters .................... (schreeuwen, vt).

.................... (gaan) je vriend vorig jaar ook naar Frankrijk op vakantie?

Heeft Ben jullie al .................... (vertellen) over de nieuwe investeerders?

Slide 2 - Slide

CHECK

Je meldt (melden, tt) een klacht over je bestelde artikel altijd bij de klantenservice.

De speler .................... (trappen, vt) de bal in het doel en de supporters .................... (schreeuwen, vt).

.................... (gaan) je vriend vorig jaar ook naar Frankrijk op vakantie?

Heeft Ben jullie al .................... (vertellen) over de nieuwe investeerders?

Slide 3 - Slide

CHECK

Je meldt (melden, tt) een klacht over je bestelde artikel altijd bij de klantenservice.

De speler trapte (trappen, vt) de bal in het doel en de supporters .................... (schreeuwen, vt).

.................... (gaan) je vriend vorig jaar ook naar Frankrijk op vakantie?

Heeft Ben jullie al .................... (vertellen) over de nieuwe investeerders?

Slide 4 - Slide

CHECK

Je meldt (melden, tt) een klacht over je bestelde artikel altijd bij de klantenservice.

De speler trapte (trappen, vt) de bal in het doel en de supporters schreeuwden (schreeuwen, vt).

.................... (gaan) je vriend vorig jaar ook naar Frankrijk op vakantie?

Heeft Ben jullie al .................... (vertellen) over de nieuwe investeerders?

Slide 5 - Slide

CHECK

Je meldt (melden, tt) een klacht over je bestelde artikel altijd bij de klantenservice.

De speler trapte (trappen, vt) de bal in het doel en de supporters schreeuwden (schreeuwen, vt).

Ging (gaan) je vriend vorig jaar ook naar Frankrijk op vakantie?

Heeft Ben jullie al .................... (vertellen) over de nieuwe investeerders?

Slide 6 - Slide

CHECK

Je meldt (melden, tt) een klacht over je bestelde artikel altijd bij de klantenservice.

De speler trapte (trappen, vt) de bal in het doel en de supporters schreeuwden (schreeuwen, vt).

Ging (gaan) je vriend vorig jaar ook naar Frankrijk op vakantie?

Heeft Ben jullie al verteld (vertellen) over de nieuwe investeerders?

Slide 7 - Slide

CHECK

Je meldt (melden, tt) een klacht over je bestelde artikel altijd bij de klantenservice.

De speler trapte (trappen, vt) de bal in het doel en de supporters schreeuwden (schreeuwen, vt).

Ging (gaan) je vriend vorig jaar ook naar Frankrijk op vakantie?

Heeft Ben jullie al verteld (vertellen) over de nieuwe investeerders?
Aantal goed:
1 van 5  >  Extra les en/of huiswerk mee.
2 van 5  >  Nog heel hard oefenen.
3 van 5  >  Op het randje, blijven 
                    oefenen.
4 van 5  >  Ruim voldoende.
5 van 5  >  Top, niks meer aan doen!

Slide 8 - Slide

Engelse werkwoorden

Slide 9 - Slide

Engelse werkwoorden
Engelse werkwoorden spel je op dezelfde manier als Nederlandse zwakke werkwoorden.

Slide 10 - Slide

Engelse werkwoorden
Engelse werkwoorden spel je op dezelfde manier als Nederlandse zwakke werkwoorden.

Wat waren zwakke werkwoorden ook alweer?
En hoe vervoegden we die?

Slide 11 - Slide

ik-vorm (+t)
ik-vorm +te(n) of de(n)
hele ww
ik-vorm
tt
vt
vd
bloggen
blog
ik blog
jij blogt
ik blogde
wij blogden
geblogd
hacken
hack
ik hack
jij hackt
ik hackte
wij hackten
gehackt
upgraden
upgrade
ik upgrade
jij upgradet
ik upgradede
wij upgradeden
geüpgraded

Slide 12 - Slide

ik-vorm (+t)
ik-vorm +te(n) of de(n)
hele ww
ik-vorm
tt
vt
vd
bloggen
blog
ik blog
jij blogt
ik blogde
wij blogden
geblogd
hacken
hack
ik hack
jij hackt
ik hackte
wij hackten
gehackt
upgraden
upgrade
ik upgrade
jij upgradet
ik upgradede
wij upgradeden
geüpgraded

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Sinds een maand ............... (daten, tt) Jim met Gina.
A
date
B
datet
C
daten
D
datete

Slide 15 - Quiz

............... (checken, tt) jullie manager alle gewerkte uren van het personeel?
A
checkt
B
checkd
C
Checkt
D
checked

Slide 16 - Quiz

Wanneer ............... (trainen, tt) Stefan voor de zwemwedstrijden?
A
traind
B
trainen
C
trainet
D
traint

Slide 17 - Quiz

Jij ............... (downloaden, tt) toch regelmatig apps op je mobiel?
A
downloadt
B
download
C
downloadt
D
downloaded

Slide 18 - Quiz

In het weekend ............... (promoten, tt) ik camera's in elektronicazaken.

Slide 19 - Open question

Ik ............... (googelen, tt) dat bedrijf wel even.

Slide 20 - Open question

............... (gamen, tt) je broer nog steeds op professioneel niveau?

Slide 21 - Open question

Onze teamleider ............... (mailen, tt) elke maand het nieuwe rooster.

Slide 22 - Open question

Jesse ............... (saven, vt) zijn bestanden alleen op de harde schijf.
A
savde
B
savede
C
savte
D
savete

Slide 23 - Quiz

Tijdens haar stage ............... (reviewen, vt) Camila allerlei producten.
A
reviewte
B
reviewt
C
reviewde
D
reviewede

Slide 24 - Quiz

Mijn collega's ............... (leasen, vt) vorig jaar allemaal een auto.
A
least
B
leaste
C
leasten
D
leasden

Slide 25 - Quiz

Op vakantie ............... (bloggen, vt) Laura en Mira dagelijks over hun belevenissen.
A
bloggte
B
blogten
C
bloggde
D
blogden

Slide 26 - Quiz

Gisteren ............... (skypen, vt) ik met mijn stagebegeleider in het buitenland.

Slide 27 - Open question

Mijn broer ............... (uploaden, vt) het programma naar zijn computer.

Slide 28 - Open question

Dani ............... (deleten, vt) alle oude foto's op haar geheugenkaartje.

Slide 29 - Open question

Zelfstandig aan de slag
Wat?          Opdracht 5 op blz. 154
Hoe?          Noteer de antwoorden in je boek
Hulp?         1) Theorie in boek    2) Klasgenoot    3) Juf
Tijd?           Tot 09.30 uur
Klaar?         Maak de opdrachten van §1.4 en §1.5 (blz 142-150) af.

Slide 30 - Slide

Welke voltooid deelwoorden zijn fout gespeld?

Slide 31 - Slide