De Basisbegrippen van de Schijf van Vijf

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

De Basisbegrippen van de Schijf van Vijf

Het begin.

Leerdoel

Aan het einde van de les kunnen de leerlingen uitleggen wat de basis is van de Schijf van Vijf.

Wat weet je al over de Schijf van Vijf?

Wat is de Schijf van Vijf?

De Schijf van Vijf is een hulpmiddel dat laat zien welke producten je moet eten voor een gezonde voeding.

Vijf vakken

De Schijf van Vijf is verdeeld in vijf vakken: groente en fruit, brood, graanproducten en aardappelen, zuivel en vlees, vis, ei of vleesvervangers.

Groente en fruit

Groente en fruit zijn belangrijk voor vitamines en mineralen. Het advies is om dagelijks 250 gram groente en 2 porties fruit te eten.

Brood, graanproducten en aardappelen

Deze producten geven energie en vezels. Het advies is om dagelijks 6-8 sneetjes brood of 3-4 porties graanproducten of aardappelen te eten.

Zuivel

Zuivelproducten zijn belangrijk voor calcium en eiwitten. Het advies is om dagelijks 2-3 porties zuivel te eten of drinken.

Vlees, vis, ei of vleesvervangers

Deze producten leveren eiwitten, vitamines en mineralen. Het advies is om dagelijks 100-125 gram vlees, vis, ei of vleesvervangers te eten.

Drinken

Het advies is om dagelijks 1,5-2 liter vocht te drinken, zoals water, thee of melk.

Samenvatting

De Schijf van Vijf is een hulpmiddel voor een gezonde voeding. Het bestaat uit vijf vakken: groente en fruit, brood, graanproducten en aardappelen, zuivel en vlees, vis, ei of vleesvervangers.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.