This lesson contains 23 slides, with text slides.
De prijselasticiteit zegt iets over hoe sterk de gevraagde hoeveelheid reageert op een daling of stijging van de prijs.
De vraag is (prijs)elastisch als de vraag relatief sterk reageert op een verandering van de prijs.
Dus prijs stijgt een klein beetje en de vraag daalt enorm
Als de prijs met bijvoorbeeld 1% stijgt, zal de gevraagde hoeveelheid met meer dan 1% dalen.
Andersom, als de prijs met bijvoorbeeld 1% daalt, zal de gevraagde hoeveelheid met meer dan 1% stijgen.
De vraag is (prijs)inelastisch als de vraag relatief zwak reageert op een verandering van de prijs.
Dus de prijs stijgt en de vraagt daalt maar een klein beetje.
Als de prijs met bijvoorbeeld 1% stijgt, zal de gevraagde hoeveelheid met minder dan 1% dalen.
Andersom, als de prijs met bijvoorbeeld 1% daalt, zal de gevraagde hoeveelheid met minder dan 1% stijgen.
De vraag is volkomen inelastisch als de vraag niet reageert op een verandering van de prijs.
Dus de prijs stijgt en de vraagt veranderd niet.
Bijvoorbeeld: Medicijnen
De prijselasticiteit kun je als volgt berekenen:
Oorzaak
Ev tussen 0 en -1: inelastisch
Ev kleiner dan -1: elastisch
Ev 0 : volkomen inelastisch
De volgende vraagfunctie is gegeven: Qv = -10P + 500
De prijs stijgt van 10 naar 15.
Hoe groot is de bijbehorende prijselasticiteit?
De inkomenselasticiteit zegt iets over hoe sterk de gevraagde hoeveelheid reageert op een daling of stijging van het inkomen.
De inkomenselasticiteit geeft weer hoe (sterk) de gevraagde hoeveelheid reageert op een verandering van het inkomen.
Normale producten splitsen we in twee soorten:
1 primaire producten
hierbij reageert de vraag relatief zwak op een inkomensverandering = inkomensinelastisch.
2 luxe producten
hierbij reageert de vraag relatief sterk op een inkomensverandering = inkomenelastisch.
De inkomenselasticiteit kun je als volgt berekenen:
Ey > 0: normale producten
Ey < 0: inferieure producten (huismerk)