This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Spellingquiz Blok 2
Slide 1 - Slide
Welke regels heb je geleerd?
Werkwoordspelling voltooid deelword
meervoud en verkleinwoorden
gebruik van apostrof en trema
Slide 2 - Slide
Kies de goede vorm van het werkwoord. Hij heeft steeds ... (ontkennen) dat hij de moord heeft gepleegd.
A
ontkent
B
ontkend
Slide 3 - Quiz
Hij is zo snel als hij kon naar huis ... (racen).
A
geract
B
geracet
C
geracd
D
geraced
Slide 4 - Quiz
Uitleg
Geracet is juist. Vanwege de s-klank in het werkwoord racen (uitspraak: ‘ree-suhn’) komt er in de verleden tijd en het voltooid deelwoord een t: racete - geracet.
Slide 5 - Slide
De gisteren .... (planten) struiken geef ik veel water.
A
geplante
B
geplantte
Slide 6 - Quiz
Wat is het meervoud van: baby
A
babies
B
babys
C
baby's
D
babie's
Slide 7 - Quiz
Wat is het meervoud van: horloge
A
horloge's
B
horlogen
C
horloges
Slide 8 - Quiz
Wat is het meervoud van: knie
A
kniën
B
knieën
Slide 9 - Quiz
Wat is het meervoud van: porie
A
poriën
B
porieën
Slide 10 - Quiz
Uitleg
Ligt de klemtoon op het laatste deel van het woord of bestaat het woord uit maar een lettergreep? Dan komt er een extra -e bij: knieën, braderieën, zeeën
Ligt de klemtoon op een lettergreep ervoor, komt er geen extra
-e bij: poriën, koloniën.
Slide 11 - Slide
Goed of fout gespeld? BN-er
A
goed
B
fout
Slide 12 - Quiz
Goed of fout gespeld? Tosti's
A
goed
B
fout
Slide 13 - Quiz
Goed of fout gespeld? Opticiën
A
goed
B
fout
Slide 14 - Quiz
Goed of fout gespeld? Driëendertig
A
goed
B
fout
Slide 15 - Quiz
Goed of fout gespeld? Lawaaiig
A
goed
B
fout
Slide 16 - Quiz
Hoe beoordeel je zelf mbt de spellingregels van blok 2?
😒🙁😐🙂😃
Slide 17 - Poll
Hoe verder?
Bestudeer nog een keer de uitlegkaders in je boek (blz 69-70)
Maak extra opdrachten via cambiumned. Zie links classroom.
Bestudeer ook de theorie van blok 3 en maak de opdrachten van Spelling Op niveau online Bijspijkeren 3.7 en 3.8 (huiswerk voor vrijdag)