1. aanw. Vnw: hetzelfde, vr. vnw: X 9. aanw.vnw: X vr.vnw: wie
2. aanw.vnw: deze , vr.vnw: Wie 10: aanw.vnw: die, deze vr.vwn: X
3. aanw.vnw: zulke, vr.vnw: Wat 11. aanw.vnw: hetzelfde vr.vnw: X
4. aanw.vnw: dergelijke, vr.vnw: X 12. aanw.vnw: dergelijke vr.vnw: X
5. aanw.vnw: zelf, dit vr.vnw: X
6. aanw.vnw: die, vr.vnw: welke
7. aanw.vnw: zulke, die vr. vww: X
8. aanw.vnw: dat vr.vnw: welke
10. aanw.vnw: die, deze vr.vwn: X
11. aanw.vnw: hetzelfde vr.vnw: X
12. aanw.vnw: dergelijke vr.vnw: X