Overtuigende tekst schrijven


Welkom!

Ga lekker zitten.

Ik ga zo vertellen wat 
we gaan doen...
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson


Welkom!

Ga lekker zitten.

Ik ga zo vertellen wat 
we gaan doen...

Slide 1 - Slide

Wat gaan we 
doen deze les?

  • Voorstelrondje
  • LessonUp
  • Schrijfopdracht
  • Check-in

Slide 2 - Slide

Voorstelrondje

Slide 3 - Slide

Overtuigende tekst

Slide 4 - Slide

Feit, mening en argument
Feit:                 
Mening:         
                           
Argument:    


Slide 5 - Slide

Feit, mening en argument
Feit:                 Een feit is waar of niet waar. Je kunt dit controleren.
Mening:         

Argument:    

Slide 6 - Slide

Feit, mening en argument
Feit:                 Een feit is waar of niet waar. Je kunt dit controleren.
Mening:         Bij een mening kun je het ermee eens of oneens
                           zijn. De een vindt van niet, de ander van wel.
Argument:    


Slide 7 - Slide

Feit, mening en argument
Feit               Een feit is waar of niet waar. Je kunt dit controleren.
Mening        Bij een mening kun je het ermee eens of oneens
                           zijn. De een vindt van niet, de ander van wel.
Argument:    Een argument gebruik je om iemand te overtuigen.

Slide 8 - Slide

Feit, mening en argument
Feit:                 Een feit is waar of niet waar. Je kunt dit controleren.
Mening:         Bij een mening kun je het ermee eens of oneens
                           zijn. De een vindt van niet, de ander van wel.
Argument   Een argument gebruik je om iemand te overtuigen.

Een mening is dus altijd wat iemand vindt. 
Een argument is waarom iemand iets vindt.

Slide 9 - Slide

"Je moet je telefoon bij je kunnen houden in de klas."

Feit / Mening / Argument

Slide 10 - Slide

"Je moet je telefoon bij je kunnen houden in de klas."

Feit / Mening / Argument

Slide 11 - Slide

"Je moet je telefoon bij je kunnen houden in de klas."

Feit / Mening / Argument
Je telefoon is van jou, daar mag niemand anders zomaar aan zitten.

Slide 12 - Slide

"Je moet je telefoon bij je kunnen houden in de klas."

Feit / Mening / Argument
Je telefoon is van jou, daar mag niemand anders zomaar aan zitten.
Een telefoon leid af.

Slide 13 - Slide

"Je moet je telefoon bij je kunnen houden in de klas."

Feit / Mening / Argument
Je telefoon is van jou, daar mag niemand anders zomaar aan zitten.
Een telefoon leid af.
Als iemand belt voor iets belangrijks, dan kun je niet snel opnemen.

Slide 14 - Slide

"Als je vlak voordat je gaat slapen nog veel op je telefoon zit,
dan slaap je slechter."

Feit / Mening / Argument

Slide 15 - Slide

"Als je vlak voordat je gaat slapen nog veel op je telefoon zit,
dan slaap je slechter."

Feit / Mening / Argument

Slide 16 - Slide

"Als je vlak voordat je gaat slapen nog veel op je telefoon zit,
dan slaap je slechter."

Feit / Mening / Argument
Blauw licht uit beeldschermen onderdrukt het slaapopwekkende hormoon melatonine.

Slide 17 - Slide

Opdracht: overtuigende tekst schrijven
Wat?           Je neemt een standpunt in over het gebruik van 
                     andere talen dan Nederlands op school
                     en schrijft daarover een overtuigende tekst.
Hoe?          Je krijgt van mij een blaadje, daar schrijf je op.
Hulp?         Leerlingen die aan de slag kunnen, gaan schrijven,
                     leerlingen die hulp nodig hebben met opstarten, ga ik helpen.
Klaar?        Steek je hand op, dan kom ik je tekst bekijken.

Slide 18 - Slide

Check-in

Slide 19 - Slide