Bijvoeglijk naamwoord 1

Bijvoeglijk naamwoord
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 1 - Slide

schrijf de bijvoeglijke naamwoorden op. 

Slide 2 - Slide

De leerling heeft hoge cijfers op haar rapport staan.

Slide 3 - Open question

Ik heb een lieve hond uit het asiel gehaald.

Slide 4 - Open question

Kim heeft een rode auto gekocht

Slide 5 - Open question

Mijn oom vertelt altijd gekke verhalen.

Slide 6 - Open question

De onduidelijke zin zorgde voor veel verwarring.

Slide 7 - Open question

Het oude huis staat op een berg.

Slide 8 - Open question

De man kocht een dure ring voor zijn vrouw.

Slide 9 - Open question

De ober gaf zijn gasten lekkere wijn.

Slide 10 - Open question

mijn vader heeft pittige pepers gekocht in de supermarkt.

Slide 11 - Open question

Oma heeft een blauwe sjaal gebreid voor haar kleindochter.

Slide 12 - Open question

Ik gaf mijn broertje een stevige knuffel.

Slide 13 - Open question

De zuster verzorgt de man met het gebroken been.

Slide 14 - Open question

De stewardess gaf iedereen een warme maaltijd.

Slide 15 - Open question

Ik zet een blauwe streep onder het lange woord.

Slide 16 - Open question

Bart en Judith maken lekkere appelmoes

Slide 17 - Open question