In een tekst staan vaak verwijswoorden. Ze verwijzen naar één of meer woorden in een tekst. Verwijswoorden zorgen voor afwisseling in een tekst.Voorbeelden van verwijswoorden: hij, hem, zij, haar, het, dat, die, daar.....
Hoe kom je erachter waar een verwijswoord naar verwijst?
Stel een vraag die begint met: - wie, - wat, - waar
Voorbeeld:
Lorain vindt gezond eten erg belangrijk. Zij eet iedere dag twee ons groente en twee stuks fruit.
Wie eet iedere dag twee ons groente en twee stuks fruit?
Antwoord: Lorain. Zij verwijst dus naar Lorain.