week 7 - alle of allen?

1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

De medewerkers gingen zich alle(n) meer toeleggen op faunabeheer.
A
alle
B
allen

Slide 4 - Quiz

De waterschappen gingen zich alle(n) meer toeleggen op faunabeheer.
A
alle
B
allen

Slide 5 - Quiz

Dertig kandidaten deden examen. Enkele(n) zijn geslaagd.
A
enkele
B
enkelen

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Mijn directe collega's zijn leuker dan de andere(n).
A
andere
B
anderen

Slide 10 - Quiz

Zij zijn de enige(n) die zich niet opgegeven hebben.
A
enige
B
enigen

Slide 11 - Quiz

Onze poes had zes jongen, maar na een week waren enkele(n) dood.
A
enkele
B
enkelen

Slide 12 - Quiz

De koorleden zijn niet allemaal even lang. De grotere(n) staan achteraan.
A
grotere
B
groteren

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide