Werk en Werkloosheid H3

Werk en Werkloosheid H3
1 / 27
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Werk en Werkloosheid H3

Slide 1 - Slide

Planning
- Korte opfrisser H1 en H2
- Uitleg H3
- Aan de slag met H3

Slide 2 - Slide

Bereken de bruto participatiegraad
A
68,36
B
71,09%
C
97,27
D
56,32%

Slide 3 - Quiz

Bruto participatiegraad
(8951+357)/13094 *100 = 71,09%

Slide 4 - Slide

Wat is een arbeidsjaar?
A
Het aantal uur dat iemand in een jaar werkt
B
Het aantal personen dat moet werken om een fulltime baan in te vullen
C
Een volledige fulltime baan
D
Het aantal werkenden en werklozen

Slide 5 - Quiz

In een land zijn er 8,9 miljoen personen die slechts 7,2 miljoen arbeidsjaren vullen. Bereken de P/A-ratio
A
0,81
B
1
C
1,70
D
1,24

Slide 6 - Quiz

P/A-ratio
Personen/arbeidsjaren

8,9 miljoen / 7,2 miljoen = 1,24

Slide 7 - Slide

In een land zijn 6 miljoen actieve mensen en 4,2 miljoen inactieve mensen. Bereken de i/a ratio
A
0,70
B
70
C
142,86
D
1,43

Slide 8 - Quiz

I/A ratio
Inactieven/actieven *100

4,2 miljoen / 6 miljoen * 100 = 70

Slide 9 - Slide

Werk en Werkloosheid H3

Slide 10 - Slide

timer
2:00
Wat moet er in een arbeidsovereenkomst (contract) staan?

Slide 11 - Mind map

Arbeidsovereenkomst
- Afspraken tussen de werknemer en de werkgever
- Primaire arbeidsvoorwaarden: Loon en arbeidstijden
- Secundaire arbeidsvoorwaarden: Overige afspraken zoals; vakantieregeling, reiskostenvergoeding en scholing

- In een arbeidsovereenkomst wordt er vaak verwezen naar een CAO

Slide 12 - Slide

Kijkvragen video CAO
- Wat is een CAO?
- Voor wie geldt een CAO?
- Welke voorwaarden staan in een CAO?
- Wie onderhandelen over een CAO?

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Kijkvragen video
- Wat is een CAO?
- Voor wie geldt een CAO?
- Welke voorwaarden staan in een CAO?
- Wie onderhandelen over een CAO?
timer
3:00

Slide 15 - Slide

CAO
- Collectieve arbeidsovereenkomst, afspraken tussen de werkgever en werknemer. 
- Afspraken als werktijden, roosters, salaris en vakantiedagen
- Geldt voor alle werknemers in een branche
- Onderhandeling door de vakbond

Slide 16 - Slide

Vakbonden
- Contributie betalen om lid te zijn
- In Nederland is slechts 20% lid van een vakbond

Slide 17 - Slide

CAO-onderhandelingen
- Draait veelal om loon

Slide 18 - Slide

CAO-onderhandelingen
- Draait veelal om loon
- Als het loon stijgt met de prijsstijgingen (inflatie) noemen we dit prijscompensatie
- Vakbonden eisen vaak meer loonsverhoging omdat gestegen arbeidsproductiviteit dit mogelijk maakt. 

Slide 19 - Slide

Voorbeeld verhoging arbeidsproductiviteit
- Hans maakt 5 kerststukjes per uur (arbeidsproductiviteit), hij krijgt hiervoor 10 euro per uur. 


Slide 20 - Slide

Voorbeeld verhoging arbeidsproductiviteit
- Hans maakt 5 kerststukjes per uur (arbeidsproductiviteit), hij krijgt hiervoor 10 euro per uur.
- Loonkosten per product = 10 euro/ 5 producten = 2 euro per kerststukjes
- De fabriek waar Hans werkt gaat investeren in nieuwe machines, hierdoor stijgt de arbeidsproductiviteit met 100% 

Slide 21 - Slide

Voorbeeld verhoging arbeidsproductiviteit
- Hans maakt 5 kerststukjes per uur (arbeidsproductiviteit), hij krijgt hiervoor 10 euro per uur.
- Loonkosten per product = 10 euro/ 5 producten = 2 euro per kerststukje
- De fabriek waar Hans werkt gaat investeren in nieuwe machines, hierdoor stijgt de arbeidsproductiviteit met 100% 
- Hans maakt nu 10 kerststukjes per uur, hij krijgt nog steeds 10 euro per uur. 
- Nieuwe loonkosten per product = 10 euro / 10 stoelen = 1 euro per kerststukje

Slide 22 - Slide

Stijging arbeidsproductiviteit
- De arbeidsproductiviteit van werknemers kan dus stijgen, hierdoor gaan de loonkosten omlaag. 
- De werkgever kan zelf kiezen of hij het loon van de werknemers laat meestijgen met de arbeidsproductiviteit
- Deze stijging bovenop de prijscompensatie noemen we de reële loonstijging

Slide 23 - Slide

Stijging loonkosten per product
- We kunnen de verandering van loonkosten per product ook berekenen met een formule:

Slide 24 - Slide

Stijging loonkosten per product
- We kunnen de verandering van loonkosten per product ook berekenen met een formule:


Voorbeeld: de loonkosten per werknemer stijgen met 9%, de arbeidsproductiviteit stijgt met 5%  -> (109/105) * 100 = 103,8
De loonkosten per product stijgen dus met 3,8%

Slide 25 - Slide

Oefenen 
 3.12
Klaar? Maak de rest van de opgaven
timer
5:00

Slide 26 - Slide

Zelfstandig aan de slag
Maak de opgaven van H3

Slide 27 - Slide