Herkennen van voorzetsels (vz)
- Meestal vóór een lidwoord of voornaamwoord
vb. tussen de boeken, in het toverdrankje, onder de tafel
- Voorzetsel kan áchter een zelfstandig naamwoord staan.
vb. Hij loopt het bos in. OF Zij rent de helling op.
- Soms ontbreekt het lidwoord.
Zij zitten aan tafel. Wegens omstandigheden zijn we gesloten.