Stijl 2a

Stijl - les 2
voegwoorden en verwijswoorden
1 / 34
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Stijl - les 2
voegwoorden en verwijswoorden

Slide 1 - Slide

Planning
1 Werken aan H4 Luisteren
2 Oefenen met stijl: Verwijswoorden en voegwoorden
3. Inschrijven presentatie
4. Werken aan informatieve tekst

Slide 2 - Slide

Margo weet nog niet dat/wat we gaan doen vanmiddag.
A
dat
B
wat

Slide 3 - Quiz

Timothy maakte het mooiste doelpunt dat/wat ik ooit heb gezien!
A
dat
B
wat

Slide 4 - Quiz

Ronald heeft veel last van keelpijn, dat/wat hem met het oog op zijn presentatie niet goed uitkomt.
A
dat
B
wat

Slide 5 - Quiz

De directeur ontslaat zij/hen/hun, omdat hij denkt dat ze goederen hebben gestolen.
A
zij
B
hen
C
hun

Slide 6 - Quiz

Vicky geeft aan zij/hen/hun een cadeau, omdat ze 50 jaar getrouwd zijn.
A
zij
B
hen
C
hun

Slide 7 - Quiz

Vicky geeft zij/hen/hun een cadeau, omdat ze 50 jaar getrouwd zijn.
A
zij
B
hen
C
hun

Slide 8 - Quiz

Ze weten nog niet of zij/hen/hun gebruik zullen maken van de tegemoetkoming.
A
zij
B
hen
C
hun

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

De auto ... Jo Wesley verraste, is knalrood
A
waarmee
B
met wie
C
van wie
D
waarvoor

Slide 17 - Quiz

De jongen ... Sascha bijles krijgt, heeft een talenknobbel
A
waarvan
B
van wie
C
waarmee
D
over wie

Slide 18 - Quiz

De directrice zei dat ... zou surveilleren tijdens de examens.
A
haar
B
het
C
zij
D
ze

Slide 19 - Quiz

Het comité heeft besloten dat .... akkoord gaat met het plaatsen van grote schermen.
A
het
B
hun
C
zij
D
hij

Slide 20 - Quiz

De directie heeft na oneningheid besloten om ... werkzaamheden per direct neer te leggen.
A
hun
B
zijn
C
haar

Slide 21 - Quiz

Ik begrijp de uitleg
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Slide 23 - Slide

Reden
inwendig / subjectief
Oorzaak
uitwendig / objectief

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Mike brak zijn been, ... hij met zijn fiets tegen een boom reed
A
omdat
B
doordat

Slide 26 - Quiz

Ik wil niet mee, ... ik geen zin heb.
A
omdat
B
doordat

Slide 27 - Quiz

... de deur niet goed dichtzat, heeft hij de hele nacht staan klapperen
A
omdat
B
doordat

Slide 28 - Quiz

Ik begrijp de uitleg
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

Opdracht 1
Maak in Taalblokken 
(Leerroutes > spelling en grammatica > 3F)
> Verwijswoorden
> Voegwoorden

Slide 30 - Slide

Opdracht 2
Maak in Taalblokken
(Leerroutes > Bouwstenen > 3F)

Hoofdstuk 4 > Lezen & Luisteren

Slide 31 - Slide

Opdracht 3
Informatieve tekst schrijven
Zie opdracht in Teams

Slide 32 - Slide

Opdracht 4
Inschrijven presentatie

Slide 33 - Slide

Reminder!
24 mei informatieve tekst inleveren
4 juni toets Hoofdstuk 4

Slide 34 - Slide