week 49: stof herhalen

Welkom!
Welkom 

Etui, lesboek, schrift, laptop dicht op tafel.


1 / 42
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Welkom 

Etui, lesboek, schrift, laptop dicht op tafel.


Slide 1 - Slide

Deze les
1. Stillezen + boekopdracht uitleg


Slide 2 - Slide

Welkom!
Stillezen
Pak je boek en ga stillezen 

timer
30:00

Slide 3 - Slide

Woordjes - wat betekenen de dikgedrukte woorden?
Onlangs is een jongen van 19 opgepakt die fraudeerde met valse ID-bewijzen. De autoriteiten hebben hem opgepakt. Die zijn niet gediend van dit soort praktijken. En dat de meeste 19-jarigen gewoon lekker lanterfanten en eerder een blauwtje lopen dan fraude plegen. De jongen van 19 reflecteert op zijn handelen en zei daarover: 'Het was simpel en ik kon er veel geld mee verdienen, maar het mocht natuurlijk niet.' Hij zal hiervoor een straf opgelegd krijgen en die zal ruimschoots voldoende zijn. 

Slide 4 - Slide

Repetitiestof voor Nederlands: vrijdag 15 december het 1e lesuur
LES 20
persoonsvorm + onderwerp
LES 21
werkwoordelijk gezegde + hulpwerkwoord + zelfstandig werkwoord
LES 22
lijdend voorwerp + meewerkend voorwerp
LES 27
werkwoordspelling pv tt +vt
LES 28
werkwoordspelling vd + ovd
LES 37
bijwoordelijke bepaling 
Woordenlijst
Leer de 30 woordjes van de woordenlijst op It's Learning

Slide 5 - Slide

Leerdoelen: hoe sta je ervoor

Geef per doel aan:
1) ja (dan kan je het)
2) deels (dan kan je het een beetje)
3) nee (dan kan je het niet) 
Schrijf vervolgens op:
Wat ga jij leren? Waar moet jij (extra) aandacht aan besteden? 

Aan het einde van de les lever je je blaadje met leerdoelen bij mij in. 
Klaar? Pak dan je planner en plan in wanneer je gaat leren. 
timer
10:00

Slide 6 - Slide

Plannen
Pak je planner / agenda

Je gaat in je planner je leermomenten opschrijven voor de repetitie. 
1. De repetitie is op vrijdag 15 december
2. Zorg dat je meerdere leermomenten hebt: herhalen is belangrijk! (minimaal 3)
3. Zet bij je leermoment telkens neer:
     - wat ga je leren (onderwerp), 
     - hoe ga je dat doen (oefeningen, cambiumned, et cetera) en 
     - hoe lang ga je leren? 

Slide 7 - Slide

OEFENEN! 
Je gaat zo een aantal vragen maken 

Slide 8 - Slide

Deze les
1. Vooruitkijken naar de repetitie
2. Herhalen 
3. Oefenen met woordjes - quizlet 




Slide 9 - Slide

Wat is het meewerkend voorwerp?
'Mijn oma appt mij het recept.'
A
Mijn oma
B
mij
C
het recept
D
Er is geen meewerkend voorwerp

Slide 10 - Quiz

Verdeel de zin in zinsdelen door de raketjes op de plek te zetten waar je normaalgesproken een zinsdeelstreep zet. 
In   de    klas    willen   de   meeste   leerlingen   achteraan   zitten.

Slide 11 - Drag question

Verdeel de zin in zinsdelen door de raketjes op de plek te zetten waar je normaalgesproken een zinsdeelstreep zet. 
Er     kan     dan     soms     een     hevige       strijd       onstaan 

tussen    de     leerlingen.

Slide 12 - Drag question

Kees overhandigde het enorme boeket aan de koning.
lijdend voorwerp
onderwerp
werkwoordelijk gezegde
bijwoordelijke bepaling

meewerkend voorwerp
de koning
het enorme boeket
Kees
overhandigde
aan de koning

Slide 13 - Drag question


Slide 14 - Open question

1. Een maand geleden ... (verpoten) de eigenaar van de volkstuin zijn plantjes.

Slide 15 - Open question

2. ... (verblinden) de laagstaande zon de chauffeur van het bestelbusje?

Slide 16 - Open question

3. Het ... (verwennen) kind wilde niet op zijn beurt ... (wachten).

Slide 17 - Open question

4. De zakenman ... (trachten) zijn ... (inrichten) penthouse vorig jaar voor enkele maanden te ... (verhuren).

Slide 18 - Open question

QUIZLET
oefenen met woordjes 

Slide 19 - Slide

LEREN VOOR DE REP 
1. Ga leren met het boek
2. Ga leren met de extra oefenbladen
3. Ga leren met www.cambiumned.nl

Slide 20 - Slide

Deze les
1. Bespreken formatieve toets 
2. Wat weet je nog over het lv + mv? 
3. Korte uitleg
4. Weektaak of extra uitleg
5. Les afsluiten

Slide 21 - Slide

Formatieve toets
Werkwoordspelling
- Stap 1: is het de persoonsvorm of niet?
- Vergeet bij meervoud (vt) niet ook het werkwoord in mv te zetten! 
Ontleden
- Lees de opdracht door en maak de hele opdracht! 
- PV is ook altijd deel van WG: daar mag je dus beide bijschrijven
HWW + ZWW
- Ging over het algemeen heel goed! 

Slide 22 - Slide


DE NIEUWE EIGENAAR VAN HET RESTAURANT BELOOFT DE WERKNEMERS EEN CONTRACTVERLENGING. 



Stap 1: de persoonsvorm
Stap 2: het werkwoordelijk gezegde
Stap 3: onderwerp
Stap 4: lijdend voorwerp
Stap 5: meewerkend voorwerp

Slide 23 - Slide

NU JIJ:

Stap 1: de persoonsvorm
Stap 2: het werkwoordelijk gezegde
Stap 3: onderwerp
Stap 4: lijdend voorwerp
Stap 5: meewerkend voorwerp


De schrijver Ottolenghi heeft een aantal succesvolle culinaire boeken geschreven.

Ik doneer af en toe geld aan Amnesty International 


Slide 24 - Slide

lv + mv
Een zin kan een lijdend voorwerp hebben: iets of iemand dat iets 'ondergaat'
Niet iedere zin heeft een lijdend voorwerp. 
wie of wat + wg + ow

Een zin kan een meewerkend voorwerp hebben: iets of iemand voor wie iets wordt gedaan. Niet iedere zin heeft een meewerkend voorwerp. 
aan wie of wat + wg + ow + lv

Slide 25 - Slide

Weektaak les 22
KIES: ga aan je weektaak of krijg extra uitleg
Maak opdracht:  2, 3, 5, 6, 7, en 8

Klaar? Dan kijk je na? 
Ook klaar met nakijken? Dan maak je het extra oefenblad. 

Je werkt 10 minuten in stilte (geen vragen) 
timer
10:00

Slide 26 - Slide

Deze les
1. Bijwoordelijke bepaling: wat weet je al
2. Uitleg bijwoordelijke bepaling
3. Samen oefenen
4. Weektaak 
5. Afsluiten 

Slide 27 - Slide

Wat weet je al?


Kies een van de foto's. Probeer (de sfeer) van de foto in een paar zinnen zo goed mogelijk te beschrijven.

- waar is het? 
- hoe is het daar? 



Slide 28 - Slide

Bijwoordelijke bepaling (bwb)
Is ontzettend belangrijk in taal: daar geef je namelijk vanalles mee aan:

- waar iets plaatsvindt  (In lokaal 110)
- wanneer is gebeurt  (Het 5e lesuur)
- waarom iets gebeurt  (Vanwege de lesplanning) 
- met wie iets gebeurt  (Met klas HA1C)
- hoe iets gebeurt   (Met veel plezier) 
en een heleboel nuances 

Slide 29 - Slide

Bijwoordelijke bepaling (bwb)
- Er kunnen er meerdere in één zin zitten
- Soms is het echt een woordgroep
- Soms is het maar één woord
- Ook een vraagwoord is een bijwoordelijke bepaling (wanneer, waarom etc)

Slide 30 - Slide

MET VEEL RISICO REMDE MAX VERSTAPPEN VLAK VOOR DE BOCHT OP HET NATTE ASFVALT ACHTER ZIJN VOORGANGER. 

Stap 1: de persoonsvorm
Stap 2: het werkwoordelijk gezegde
Stap 3: onderwerp
Stap 4: lijdend voorwerp
Stap 5: meewerkend voorwerp
Stap 6: bijwoordelijke bepaling 




Slide 31 - Slide

NU JIJ:

Stap 1: de persoonsvorm
Stap 2: het werkwoordelijk gezegde
Stap 3: onderwerp
Stap 4: lijdend voorwerp
Stap 5: meewerkend voorwerp
Stap 6: bijwoordelijke bepaling
De conciërge brengt altijd koffie aan alle leraren in hun lokaal. 

Gisteren was er een groot feest op het plein. 

Achter de ingang, net voor de prullenbak, lag een wikkel van een mars op de grond. 

Slide 32 - Slide

Weektaak les 37
Let op: alleen 2e deel van les 37 (bwb)
Maak opdracht: 6, 7 en 10

Klaar? Dan kijk je na? 
Ook klaar met nakijken? Dan maak je het extra oefenblad (voorzetselvoorwerp hoef je niet te maken). 

Je werkt 10 minuten in stilte (geen vragen), daarna mag je fluisteren.
timer
10:00

Slide 33 - Slide

Einde van de les

Slide 34 - Slide

Welkom!
Welkom 

Etui, lesboek, schrift, leesboek, laptop dicht op tafel.


Slide 35 - Slide

Welkom!
Stillezen
Pak je boek en ga stillezen 

timer
30:00

Slide 36 - Slide

Deze les
1.  Stillezen
2. Oefening perspectief
-pauze- 
3. Oefenen ontleden + bwb 
4. Aan de slag
5. Quiz werkwoordspelling! 
5. Afsluiten 

Slide 37 - Slide

Mindmap leesboek
Je maakt een mindmap over de hoofdpersoon uit jouw boek.  Dat helpt je om te bepalen welk perspectief je boek heeft en wat jij allemaal weet over je hoofdpersoon. 

Stap 1: start met de naam van de hoofdpersoon
Stap 2: schrijf alles op wat je van hem/haar weet. 
Hobby's, uiterlijk, familie, en alles waar je nog meer aan denkt 

Stap 3: bespreek het na 10 minuutjes met de klasgenootje. Kan je jouw mindmap nog aanvullen? 

Slide 38 - Slide

Zij kreeg op haar verjaardag een prachtige nieuwe fiets. 


Stap 1: de persoonsvorm
Stap 2: het werkwoordelijk gezegde
Stap 3: onderwerp
Stap 4: lijdend voorwerp
Stap 5: meewerkend voorwerp
Stap 6: bijwoordelijke bepaling 



Slide 39 - Slide

Thomas Edison vond lang geleden de elektrische gloeilamp uit.






nu jij!

Slide 40 - Slide

Weektaak les 37
Let op: alleen 2e deel van les 37 (bwb)
Maak opdracht: 6, 7 en 10?
Heb je de weektaak van les 22 al af? 
> 2, 3, 5, 6, 7 en 8
Klaar? Dan kijk je na? 
Ook klaar met nakijken? Dan maak je het extra oefenblad. 

Je werkt 10 minuten in stilte (geen vragen) 
timer
10:00

Slide 41 - Slide

Quiz werkwoordspelling
Iemand 0 fouten gemaakt? Dan volgt maandag een traktatie! 




Slide 42 - Slide