This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Kennismakingsles Latijn
Gemeentelijk Gymnasium Hilversum
2021
Kennismakingsles
Latijn
Slide 1 - Slide
Waarom Latijn?
- Je leert de geschiedenis en de verhalen kennen van de Romeinen.
- Latijn is de basis van veel talen.
- Latijn is een ingewikkelde taal: het is een uitdaging en een puzzel!
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Wat doe je in de lessen Latijn?
- Je leert de taal kennen. Je leest teksten in het Latijn.
- Je leert de cultuur van de Romeinen kennen: verhalen, beroemde gebouwen, steden, keizers etc.
Slide 7 - Slide
Hoe het begon.....
Het begin van een groot rijk!
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Ilia est puella. Amulius est rex.
Amulius timet puellam.
puella
est
rex
timet
meisje
(hij) is
koning
(hij) is bang voor
Ilia = Rhea Silvia
Slide 10 - Slide
Amulius = onderwerp
Amulium = lijdend voorwerp
puella = onderwerp
puellam = lijdend voorwerp
Amulius timet puellam =
puellam timet Amulius =
Amulius is bang voor het meisje
puella timet Amulium
het meisje is bang voor Amulius
Amulium timet puella
het meisje is bang voor Amulius
Slide 11 - Slide
Ilia est puella. Amulius est rex.
Amulius timet puellam. Puella non timet.
Puellam Amulius intemplum includit.
Cur Amulius timet puellam?
Cur puellam in templum includit Amulius?
puella
est
rex
timet
includit
cur?
meisje
(hij) is
koning
(hij) is bang voor
(hij) sluit op
waarom?
Ilia = Rhea Silvia
Slide 12 - Slide
Ilia is de dochter van de vorige, verdreven koning. Waarom moet Ilia van Amulius in de tempel werken?
A
Amulius wil zo de goden te vriend houden
B
Ilia mag als priesteres geen kinderen krijgen
C
Ilia heeft dan geen tijd om haar vader te helpen
D
haar vader kan haar daar niet helpen
Slide 13 - Quiz
Deus videtIliam. Quis est deus?
deus
quis?
god
wie?
Slide 14 - Slide
Quis est deus?
A
Jupiter
B
Neptunus
C
Mars
D
Mercurius
Slide 15 - Quiz
Deus videtIliam. Quis est deus?
Iliam amat deus. Ilia amat deum.
Filius natus est: Romulus.
Alter filius natus est: Remus.
Duo filii nati sunt: filii sunt gemini.
deus
quis?
amat
natus
duo
filius
sunt
gemini
god
wie?
(hij) houdt van
geboren
twee
zoon
(zij) zijn
tweeling
Slide 16 - Slide
Gemini lacrimant. Amulius geminos audit et timet. Amulius geminos in fluvium ponit! Deus geminos protegit: lupam mittit. Lupa Romulum et Remum nutrit. Faustulus filios invenit et servat.