VEI 13.2 M4 Bloedsomloop en bloedvaten 2023 2024

13.2 Loedsomloop en Bloedvaten
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

13.2 Loedsomloop en Bloedvaten

Slide 1 - Slide

3

Slide 2 - Video

Leerdoelen Bloedsomloop en Bloedvaten
  • Je kunt in de dubbele bloedsomloop van de mens de kleine en de grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.
  • Je kunt de drie typen bloedvaten noemen en hun kenmerken en functies.
  • Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen en je kunt de samenstelling van het bloed daarin aangeven. 

Slide 3 - Slide

Dubbele bloedsomloop
  • Bloed gaat door hele lichaam 2x per omloop door hart.
  • Kleine bloedsomloop (hart --> longen --> hart)
  • Grote bloedsomloop (hart --> hele lichaam --> hart)

Slide 4 - Slide

Kleine bloedsomloop
  • Rechterhelft van het hart pompt (zuurstofarm, rijk aan koolstofdioxide) bloed naar beide longen.
  • In de longen wordt zuurstof in het bloed gebracht en koolstofdioxide afgegeven aan de lucht.
  • Vanuit de longen stroomt het bloed terug naar de linker helft van het hart
Rechts
Links

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Drie typen bloedvaten 
In de afbeelding  zie je drie typen bloedvaten.
  1. Slagader
  2. Haarvaten
  3. Ader


Slide 7 - Slide

Slagader
  • Hart pompt bloed met veel kracht in de slagader
  • Hoge druk in de slagader
  • Bloed stroomt snel
  • Dikke, gespierde wand
  • Vervoert bloed naar organen toe en van het hart weg
  • Is meestal zuurstofrijk (wel een uitzondering?)

Slide 8 - Slide

Haarvaten
  • In de organen zitten de kleinste vertakkingen: De haarvaten
  • De wand van een haarvat is 1 cellaag dik.
  • In de haarvaten (dus in de organen) vindt de uitwisseling van stoffen plaats. Dit kan door die dunne wand van het haarvat.
  • Hier gaat zuurstof uit het bloed naar de cellen en komt koolstofdioxide uit de cellen in het bloed
  • De bloeddruk in een haarvat is laag.

Slide 9 - Slide

Kenmerken aders
  • Bloed stroomt naar het hart toe
  • Dunne slappe wand
  • Kleppen over gehele lengte
  • Bloed stroomt langzaam
  • Lage bloeddruk
  • Meestal zuurstofarm bloed (1 uitzondering!)

Slide 10 - Slide

Aderkleppen
aderkleppen
  • zitten vooral in aders in je armen en benen
  •  zorgen ervoor dat het bloed in de aders niet terugstroomt naar de organen

Slide 11 - Slide

Bloedvatenstelsel
  • Aders/slagaders hebben naam van orgaan waar ze bij horen                                                      Uitzonderingen:
  • onderste/bovenste holle aders
  •  aorta 
  • poortader

Slide 12 - Slide

Poortader
Poortader: zuurstofarm bloed van darmkanaal naar lever

Slide 13 - Slide

Kleine bloedsomloop
Alle organen
Grote bloedsomloop
Hart
Longen

Slide 14 - Drag question

Slagaders
Aders
Haarvaten
Lopen door al je organen
Vervoert bloed vanaf organen weer naar je hart
Vervoert bloed vanaf hart naar alle organen
Aorta
Holle ader
Dikke gespierde wand en bloed stroomt snel
Hele dunne wand met gaatjes
Slappe en dunne wand
en bloed stroomt langzaam
Kleppen zorgen ervoor dat bloed de goede kant op stroomt
Zuurstof en glucose naar cellen van orgaan en afvalstoffen eruit

Slide 15 - Drag question

sleep de juiste namen naar de juiste plek.
hoofdslagader
aorta
armslagader
leverslagader
nierslagader
leverader
beenslagader
nierader
poortader
poortslagader
onderste holle ader
bovenste holle ader 
longader
longslagader

Slide 16 - Drag question