Wat is het eerste keus middel bij behandeling van diarree?
A
Ulcogant
B
ORS
C
Loperamide
D
Weet ik niet
Slide 11 - Quiz
Wat is de werking van protonpompremmers?
A
Neutraliseren het maagzuur
B
Binden het maagzuur
C
Verminderen de aanmaak van het maagzuur
D
Weet ik niet
Slide 12 - Quiz
Ulcus pepticum is een verzamelnaam voor:
A
Beschadiging van het slijmvlies in de maag/twaalfvingerige darm
B
Beschadiging van het slijmvlies in de dikke of dunne darm
C
Infectie ziekten die maagklachten kunnen geven
D
Weet ik niet
Slide 13 - Quiz
Als de slokdarm ontstoken is door het teruglopen van maagsap noem je dit (medische term):
A
Ontsteking van de slokdarm
B
Refluxoesofagitis
C
Refluxfagitis
D
Weet ik niet
Slide 14 - Quiz
De behandeling van de ziekte van Crohn bestaat vaak uit verschillende geneesmiddelen. Een van de geneesmiddelen is mesalazine. Welke bewering over mesalazine is waar?
A
onderdrukt het afweersysteem, dit is nodig omdat de ziekte van Crohn een auto-immuun ziekte is.
B
Heeft een ontstekingsremmend effect, de verschillende preparaten werken op verschillende plekken in de darmen.
C
vult het vocht, natrium en glucose weer aan. Mensen met de ziekte van Crohn hebben namelijk vaak diarree + een vergrootte kans op uitdroging
Slide 15 - Quiz
Incontinentie is ongewenst verlies van urine/ontlasting. Mannen met een vergrote prostaat hebben last van:
A
Stress incontinentie
B
Urge-incontinentie
C
Overloop incontinentie
D
weet ik niet
Slide 16 - Quiz
De functie van de prostaat is:
A
De zaadcellen voorzien van vocht
B
De zaadcellen produceren
C
De zaadcellen vervoeren van de teelbal naar buiten
D
Weet ik niet
Slide 17 - Quiz
Goedaardige prostaat vergroting noem je:
A
Maligne prostaathyperplasie
B
Benigne prostaathyperplasie
C
Een metastase
D
Weet ik niet
Slide 18 - Quiz
Iemand met impotentie kan het volgende geneesmiddel toegediend krijgen:
A
Sildenafil
B
Ranitidine
C
Tamsulosine
D
Weet ik niet
Slide 19 - Quiz
Mensen met kanker ervaren vaak ook pijn, de pijn wordt veroorzaakt doordat :
A
de tumor op de zenuw of bloedvaten drukt
B
de tumor vergroeit is met ander weefsel
C
A en B zijn beide juist
D
Weet ik niet
Slide 20 - Quiz
Misselijkheid bij chemo ontstaat doordat :
A
de oncolytica de cellen in het maagslijmvlies aantasten
B
De oncolytica het braakcentrum in de hersenen prikkelen
C
Misselijkheid is allergische reactie op een chemokuur