Hofcultuur Samenvatting Dans en Drama

Hofcultuur 
Theater en Dans
1 / 23
next
Slide 1: Slide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 23 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hofcultuur 
Theater en Dans

Slide 1 - Slide

Hoffeesten

Slide 2 - Slide

Wat was de functie van de hoffeesten? 

Een koning of keizer of andere hoge adel, wilde met de grote festiviteiten vooral zijn of haar goede status behouden. Het was belangrijk om te imponeren, met bijzondere optochten, vuurwerk,  grote banketten met daarbij dans en toneelstukken. Alle adel was erbij, ook van andere vorstenhuizen waren er mensen uitgenodigd.

Omdat de hofhouding en ook de hofkunstenaars betaald moesten worden, was het een duur spektakel. 

Slide 3 - Slide

Dans 
Aan het hof was dans belangrijk, voor vermaak, sociale contacten en ook om te kunnen laten zien hoe beschaafd je kon bewegen. 

We onderscheiden grofweg deze drie vormen van dans: 

  • Hofdans, 
  • Figuurdans 
  • Hofballet: Verhalend ballet

Slide 4 - Slide

Hofdans
Er waren verschillende soorten hofdansen. Danses hautes en basses. Hoge en lage dansen. 

Als er tijdens een feest gedanst werd, dan had dat de functie dat je in contact kon komen tussen man en vrouw, maar ook dat je kon laten zien hoe beschaafd je was. Dus voor status en eventueel het vinden van een huwelijkspartner. De pasjes en handgebaren waren beheerst en precies. Meestal was de rug helemaal recht. 

Slide 5 - Slide

Figuurdans choreografie
Symmetrische figuren in de ruimte
Figuurdans

Slide 6 - Slide

Vorm van de hofballetten
De hofballetten duurden vaak lang, soms wel 5 uur. Er was één rode draad, met een spanningsopbouw.  Zoals de oude grieken dat ook deden. Aristoteles had hierover geschreven in de oudheid. 

Er zat dus theater, dans, muziek in een hofballet en soms ook optochten. 

De hovelingen dansten grote rollen met prachtige kostuums, maar ook professionele dansers deden mee, voor fysiek moeilijke rollen.

Slide 7 - Slide

Hofballet
Dit waren verhalende balletten, met een doorlopende verhaallijn en samenhang. Deze opbouw noemen we ook wel aristotelisch en dit was in de tijd van de hofcultuur nieuw. Muziek, dans en toneel werden samengevoegd. 

Bij deze balletten dansen zowel de adel als ook professionele dansers. De adel droeg de mooiste kostuums. 
Ook in deze verhalen kwamen Romeinse of Griekse mythes/goden naar voren. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Hofdans



Hofballet

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

De academies 
 Lodewijk de XIVe  vond kunst heel belangrijk en hij lied verschillende academies oprichten: 
Academies voor beeldende kunst  /   Academies voor dans  /   Academisch voor muziek

Dit had twee voordelen: 
1: Het niveau van de kunsten in Frankrijk werd zo steeds hoger, want de hiërarchie en selectie was groot
2: De academies waren overheidsinstellingen die konden bepalen wat er werd geschilderd, bijvoorbeeld meer propaganda. Dit vergrootte dan weer de macht van de koning. 
3: Op zo'n academie was een strenge hiërarchie en concurrentie, waardoor de kunstenaars elkaars niveau omhoog brachten. 
4: Alle leerlingen op de academie leerden dezelfde regels en technieken. Daardoor ontstond een duidelijk herkenbare stijl die in heel het koninkrijk te herkennen viel.

Slide 12 - Slide

Tijdens renaissance wordt de klassieke
geschiedenis bestudeerd
Doel theater: Klassieke stukken op originele wijze
opvoeren Hier worden speciaal tijdelijke theaters
voor gebouwd: TEATRO OLIMPICO

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Vormgeving toneel
In het decor gebruikten ze vaak beschilderde achterdoeken. Hier werd het  centraal perspectief gebruikt. Ook was er in de vormgeving van het decor vaak symmetrie te vinden.  
Ook zag je vaak klassieke kenmerken terug, zoals zuilen of beelden die doen denken aan Griekse tempels. 

Slide 15 - Slide

Toneel
In de paleizen van het hof was geen apart theater gebouwd, met een echt toneel. Maar toch waren het stukken met veel decor, mooie kostuums en ook spektakel. Soms was dat vuur, of er kwam via een machine een Engel neergedaald. 

Qua voorstelling: 
Ze speelden in Frankrijk en Italie veelal tragedies, komedies of satirestukken. Dit zijn vormen van toneel die de grieken en romeinen ook gebruikten. 

Slide 16 - Slide

In dit decor ontwerp zie je: Perfecte symmetrie, het centraal perspectief. Coulissen aan de zijkanten. Kenmerken van Griekse Architectuur. Deus Ex Machina (Engelen op wolken) 
Dit is een ontwerp van een Italiaanse theatervormgever. Hij ontwerp decors voor tragedies, komedies en satirestukken. Dit waren stukken gebaseerd op toneel uit de klassieke oudheid die men opnieuw wilde opvoeren.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Improvisatie is een belangrijk onderdeel van de commedia dell’arte stukken. Het verhaal is feitelijk slechts een aanleiding. Het echte stuk ontstaat op het podium door de vaste karakters die op elkaar reageren.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

De rode draad: Toenadering van twee jongeliefden.
Maschere (maskers): vaste karakters, die publiek komische spiegel voorhouden.
 
Pantalone: Vrek  in een Venetiaans kostuum. Masker met lange neus
Capitano: Opschepperige Milanese veldheer
Zanni: knechten die acteurs en publiek voor schut zetten. Acteur en acrobaat.  (Harlekijn, Jan Klaassen en Pierrot)

Slide 22 - Slide

William Shakespeare
  • Acteur en toneelschrijver
  • Geen kopie meer van klassieke theaterkunst, maar historiestukken, tragedies en komedies die tot op heden nog steeds populair zijn.
  • De thema’s zijn tijdloos.
  • Hij schrijft over tegenstellingen; orde en chaos/ vrijheid en afhankelijkheid.
  • Dichterlijke taal, spreekt tot de verbeelding.

Slide 23 - Slide