De industrialisatie 3M

Tijdvak 1
Tijdvak 2
Tijdvak 3
Tijdvak 4
Tijdvak 5
Tijdvak 6
Tijdvak 7
Tijdvak 8
Tijdvak 9
Tijdvak 10
Grieken en Romeinen
Wereldoorlogen
Monniken en ridders
Regenten en vorsten
Jagers en boeren
Steden en staten
Televisie en computers
Burgers en stoommachines
Pruiken en revoluties
Ontdekkers en hervormers
1 / 18
next
Slide 1: Drag question
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Tijdvak 1
Tijdvak 2
Tijdvak 3
Tijdvak 4
Tijdvak 5
Tijdvak 6
Tijdvak 7
Tijdvak 8
Tijdvak 9
Tijdvak 10
Grieken en Romeinen
Wereldoorlogen
Monniken en ridders
Regenten en vorsten
Jagers en boeren
Steden en staten
Televisie en computers
Burgers en stoommachines
Pruiken en revoluties
Ontdekkers en hervormers

Slide 1 - Drag question

De industrialisatie
3 Mavo

Slide 2 - Slide

Programma
Startopdracht
Activering van voorkennis
Doelen van de les 
Doelen van het hoofdstuk 
Uitleg: de industriële revolutie 
--> A Grote economische verschillen
--> begrippen: revolutie & koning Willem I

Slide 3 - Slide

Waar is jouw kleding gemaakt?

Slide 4 - Mind map

Kinderarbeid is alleen iets uit de 19de eeuw
A
Ja dit klopt na de leerplichtwet in 1901 werken er geen kinderen meer in fabrieken.
B
Ja dit klopt door de komst van het Kinderwetje van Van Houten in 1874
C
Kinderarbeid is nog steeds in de wereld vooral in de achterblijvende landen.
D
Kinderarbeid is iets van alle tijden.

Slide 5 - Quiz

In welke Europese stad is de industrialisatie (textiel) begonnen?

Slide 6 - Open question

Doelen van de les
Les doelen
1. Ik ben stil tijdens de uitleg.

Leerdoelen
1. Aan het eind van de les weet ik een revolutie is. 
2. Aan het eind van de les weet ik waarom België eerder geïndustrialiseerd was dan Nederland.

Slide 7 - Slide

Doelen van het hoofdstuk
Hoofddoel: hoe veranderde de Nederlandse samenleving door industrialisatie en economische groei?

Paragraaf 1. Start van de industrialisatie
Paragraaf 2. Kenmerken van de moderne tijd in Nederland en daarbuiten. 
                           En de positie van de arbeiders. 
Paragraaf 3. Herstel van de economie na 1945
Paragraaf 4. Gevolgen van de industrialisatie 

Slide 8 - Slide

Paragraaf 2.1
A - Grote economische verschillen

1815 Koninkrijk der Nederlanden (Nederland, België en Luxemburg), koning Willem I was het staatshoofd. 

Grote verschillen tussen het Noorden en het Zuiden.  Het Zuiden (België) was geïndustrialiseerd en het Noorden niet. 

Slide 9 - Slide

Wat is een revolutie
A
Een grote omwenteling wat impact heeft op een groot gedeelte van de samenleving
B
Een staatsgreep waarin een groep de macht probeert te krijgen door middel van geweld.
C
Een grote economische verandering dat invloed heeft op een deel van de samenleving.
D
Een naam voor een grote verandering op sociaal-cultureel gebied.

Slide 10 - Quiz

Industrie in het zuiden
Van huisnijverheid naar het werken in fabrieken.
Van arbeidsintensief naar productie.
Van duur naar goedkoop. 


Slide 11 - Slide

Handel en landbouw in het Noorden
Hier nog nauwelijks industrie door:
  1. Ondernemers hadden geïnvesteerd in windmolens en watermolens. 
  2. Rond 1800 nog geen steenkool beschikbaar, alleen in Limburg (Heerlen) op economisch winbare afstand.
  3. Tot 1860 nog maar weinig infrastructuur (spoorlijnen)
  4. Weinig vraag naar producten, de belastingen waren te hoog. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Aantekening 2.1 deel 1

Nederland bestond in 1815 uit Nederland, België en Luxemburg. Het zuiden was geïndustrialiseerd en het noorden nog niet. Dat lag eraan dat ondernemers hadden geïnvesteerd hadden in wind- en watermolens, nog geen steenkool hadden, een slechte infrastructuur en weinig vraag naar producten. In 1830 kwam het zuiden in opstand en stichtten een eigen land: België

Slide 14 - Slide

Wat maakt het dat het zuiden makkelijk kon industrialiseren en het noorden niet?

Slide 15 - Open question

Maken
Opdracht 1b, 2, 4 en 5
blz. 55
timer
10:00

Slide 16 - Slide

De les via LessonUp vind ik:
Fijn
Leerzaam
Voor mij liever een PowerPoint
Mij maakt het niet uit...
Nee ik wil gewoon alleen werken uit mijn boek.

Slide 17 - Poll

Feedback voor mij als docent:
A
Ga vooral door zoals u nu les geeft.
B
Ik zou het prettig vinden als u minder lang praat.
C
Ik zou het prettig vinden als u mij meer laat werken uit het boek.
D
Ik weet het eigenlijk niet zo goed.

Slide 18 - Quiz