vwo 4 spelling les 4 ww, verkleinwoorden, aan elkaar / los, liggend streepje

Welkom! 
Leg vast klaar: 
- je leesboek
- je schrift
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom! 
Leg vast klaar: 
- je leesboek
- je schrift

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
- Je kunt werkwoorden goed spellen. 
- Je weet hoe je een verkleinwoord maakt van een zelfstandig naamwoord en kunt de regels toepassen.
- Je kent de regels aangaande het aan elkaar of los schrijven van woorden en kunt deze toepassen. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

stil lezen
- Dagen van gras
- eigen keuze --> geef de titel door!
timer
15:00

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Gedicht van de week

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Slide 6 - Link

relaxed
Opdracht
Noteer de vorm van het werkwoord en de regel die je toepast. Noteer dan hoe je het werkwoord moet spellen. 

Zin: Ik (vinden) het goed dat hij het verhaal (vertellen) aan ons.
Jouw antwoord: 
pvtt - stam - vind
pvtt - stam+t - vertelt

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

De spits vertrok (mopperen) toen hij uit het veld werd (sturen).
[noteer: vorm - regel - antwoord]

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Deze pas (poetsen) auto's staan straks (glanzen) tussen de oldtimers.
[noteer: vorm - regel - antwoord]

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Het bewijs bleek behoorlijk (belasten) voor de (arresteren) verdachte.
[noteer: vorm - regel - antwoord]

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

De (staken) buschauffeurs zwaaiden (dreigen) met hun vuisten naar hun (haten) werkgever.
[noteer: vorm - regel - antwoord]

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

verkleinwoorden
Maak van deze woorden een verkleinwoord. Verdeel de woorden op basis van de manier waarop je het verkleinwoord maakt in  groepen en noteer de regel bij elke groep. (In je schrift.)

tv - kind - pyjama - koning - ski - blad - 6 - geheim - toren - tekening - café - - baby - radio - A4 


Slide 12 - Slide

This item has no instructions


  • kindje - geheimpje - torentje - tekeningetje --> zet de 'uitgang' erachter.
  • koninkje --> de g en de k komen niet naast elkaar
  • tv'tje - A4'tje - 6'je --> afkortingen krijgen een apostrof
  • pyjamaatje - cafeetje - skietje - baby'tje - radiootje --> woorden die eindigen op een lange klinker moet je iets aan veranderen zodat de klank hetzelfde blijft
  • blaadje  --> bij korte klanken soms een lange klank

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

pony / logé / cd / pudding / wc / A5

Slide 14 - Open question

pony'tje
logeetje
cd'tje
puddinkje
wc'tje
A5'je
Opdracht: aan elkaar of los?

Hoor je een regel die je net nog niet in je schrift hebt gezet, vul dan je lijst aan. 
Noteer ook uitzonderingen die je opvallen.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

politie + onderzoek / radio + opname
derde + wereld + land / veel + besproken /
geld + verslindende + maatregelen

Slide 16 - Open question

alles aan elkaar, behalve maatregelen (geldverslindende maatregelen)
radio-opname
televisie + kijken / piano + spelen
vier + en + dertig / vijf + honderd / vijf + miljoen

Slide 17 - Open question

getallen in letters tot honderd en in samenstellingen met honderd / duizend zijn aan elkaar. 
Maar: zes miljoen / vijf miljard...
waar + heen + gaan / er + over + heen + springen
er + over + uit + spreken

Slide 18 - Open question

voornaamwoordelijke bijwoorden (er, waar, hier, daar + voorzetsel) aan elkaar

Maar: niet als het geen vz maar deel van een ww is! Uitspreken 

Leg het verschil uit tussen een langeafstandzwemmer en een lange afstandzwemmer

Slide 19 - Open question

seismografen
comités
gemeneriken
dreumesen
Opdracht: noteer de regel voor het gebruik van het liggende streepje in je schrift

Slide 20 - Slide

1. Het eerste deel heeft een meervoud op een 's.
2. Het eerste deel heeft twee meervouden.
3. Het eerste deel heeft geen meervoud. 
4. Het eerste deel verwijst naar een uniek exemplaar.
5. Het eerste deel versterkt een bijvoeglijk naamwoord.
6. Het eerste deel is geen zn. 
1. koffie-uurtje; ski-jack; auto-ongeluk

2. mevrouw Jansen - op de Dijk;  meneer De Vries - van der Weg

3. ex-vriendje; interim-directeur; niet-rokers; non-stop

4. anti-Amerikaans; oer-Hollands; pro-Frans

Slide 21 - Slide

1. om uitspraakproblemen te voorkomen
2. in de naam van getrouwde mensen
3. in woorden met bepaalde voorvoegsels
(adjunct, aspirant, ex, interim, niet, non, oud)
4. voor een hoofdletter
5. trainer-coach; minister-president

6. Zeeuws-Vlaanderen; Zuid-Frankrijk

7. mbo-student; 20+-kaas; %-teken

8. hyena-vel; huis-aan-huisblad; doe-het-zelfver

Slide 22 - Slide

5. in combinaties van titel en beroepend
6. bij aardrijkskundige namen
7. bij letters, cijfers of andere tekens
8. in woorden die anders overzichtelijk worden
(Maar let op: bij getallen een trema! tweeëntwintig)
Weglatingsstreepje
Zet een streepje op de plek waar een deel van het woord is weggelaten. 

Slide 23 - Slide

5. in combinaties van titel en beroepend
6. bij aardrijkskundige namen
7. bij letters, cijfers of andere tekens
8. in woorden die anders overzichtelijk worden
(Maar let op: bij getallen een trema! tweeëntwintig)
voor+ delen en na +delen / carnaval +feesten en carnaval+ optochten

Slide 24 - Open question

voor- en nadelen
carnavalsfeesten en -optochten
dure en goedkope kleding
ijs+beren en bruine + beren

Slide 25 - Open question

dure en goedkope kleding
ijsberen en bruine beren
mede + leerling / college + uren
vwo + leerling / anti + kraak

Slide 26 - Open question

medeleerling
college-uren
vwo-leerling
antikraak
kant + en + klaar + maaltijd /
zee + egel / de werkgroep Jansen

Slide 27 - Open question

kant-en-klaarmaaltijd
zee-egel
de werkgroep-Jansen

Ik kan de regels van het verkleinwoord en het liggende streepje goed toepassen.
0100

Slide 28 - Poll

This item has no instructions

Hier wil ik meer mee oefenen of meer uitleg over de volgende keer:

Slide 29 - Open question

This item has no instructions