Themales 20 april, 4e uur Celbiologie

Celbiologie
Themales 20 april, 4e uur
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Items in this lesson

Celbiologie
Themales 20 april, 4e uur

Slide 1 - Slide

Planning
11:45-11:55 Basis celbiologie
11:55-12:10 Processen in de cel
12:10-12:25 Oefenen met examenvragen

12:25-12:35 Celdifferentiatie, stamcellen
12:35-12:45 Bespreken examenvragen

Slide 2 - Slide

4 Rijken 

  • Indeling van organismen in rijken
  • celbouw
bacteriën

geen celkern
celwand
schimmels

celkern
celwand
geen chloroplast
dieren

celkern
geen celwand
planten

celkern
celwand
chloroplast

Slide 3 - Slide

Dierlijke cel
Celkern: bevat DNA
Celmembraan: transport via diffusie en transporteiwitten.
Mitochondria: aerobe dissimilatie.

Eiwitsynthese
Ribosomen: eiwitfabrieken.
(R/G)ER: controle en bewerken eiwitten.
Golgi-apparaat: bewerken eiwitten en transporteren.

Slide 4 - Slide

Plantaardige cel
Alles van dierlijke cel + ...

Chloroplast: fotosynthese.
Permanente (grote) vacuole: opslag van water en oplosbare stoffen.
Celwand: zorgt samen met vacuole voor stevigheid. Is volledig permeabel.

Want: planten in plasmolyse zijn slap maar hebben wel een celwand...


Slide 5 - Slide

Bacteriën en schimmels?
Schimmels: weinig van te kennen behalve belangrijke kenmerken: celwand, permanente vacuole.

Bacteriën: behoren tot de prokaryoten (andere 3 rijken tot eukaryoten).




Slide 6 - Slide

Diffusie in een vloeistof
Diffusie met een permeabel membraan

Slide 7 - Slide

Osmose 

Slide 8 - Slide

Osmose

Slide 9 - Slide

Osmose

Slide 10 - Slide

Diffusie
Bij diffusie kunnen stoffen zich vrij bewegen in lucht of water.

Gaat van hoge naar lage concentratie.

Diffusiesnelheid hangt af van:
  • diffusieoppervlak
  • diffusieafstand
  • temperatuur
  • concentratieverschil
Speelt een belangrijke rol bij:
- longen
- opname van stoffen (in de darmen)

Slide 11 - Slide

Osmose
Bij osmose is er een semipermeabel membraan. Opgeloste stof kan niet vrij verplaatsen, water wel.

Water gaat van plek met lage osmotische waarde naar hoge osmotische waarde.
Osmotische waarde is het totaal aan
opgeloste stof tov oplosmiddel.

In examenvraag: waar gaat het water naar toe (1p), waarom (1p) en wat is het effect (1p)?
Speelt een belangrijke rol bij:
- nieren
- cellen
- bloed
- worteldruk (bij planten)

Slide 12 - Slide

Eiwitsynthese

Slide 13 - Slide

Meiose
Meiose:
  • Vorming geslachtscellen
  • Halvering chromosomen
  • Nakomelingen nieuw genotype

Verschil met mitose:
Mitose heeft maar 1 deling, alle cellen zijn gelijk, mitose vindt overal in je lichaam plaats.

Slide 14 - Slide

Stamcellen
  • Kunnen zich oneindig delen
  • Embryonale stamcellen kunnen nog alles worden
  • Sommige stamcellen zijn al gespecialiseerd voor een celtype

Slide 15 - Slide

Stamcellen
Unipotente stamcellen

Pluripotente stamcellen

Omnipotente stamcellen
(vroege embryonale ontwikkeling)

Slide 16 - Slide

Genregulatie en celdifferentiatie in embryonale stamcellen

Slide 17 - Slide