3.4 atoommassa en moleculaire massa

3.4 atoommassa en moleculaire massa deel 1

3.4.1. Je kunt uitleggen wat de relatieve atoommassa inhoudt.
3.4.2. Je kunt de molaire massa van een stof berekenen.
3.4.3. Je kunt uitleggen wat de chemische hoeveelheid (de mol) voorstelt.
3.4.4. Je kunt berekenen hoeveel deeltjes er in een aantal mol zitten en omgekeerd.
3.4.5. Je kunt berekenen hoeveel mol deeltjes er in een aantaql gram zit en omgekeerd.
1 / 24
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3.4 atoommassa en moleculaire massa deel 1

3.4.1. Je kunt uitleggen wat de relatieve atoommassa inhoudt.
3.4.2. Je kunt de molaire massa van een stof berekenen.
3.4.3. Je kunt uitleggen wat de chemische hoeveelheid (de mol) voorstelt.
3.4.4. Je kunt berekenen hoeveel deeltjes er in een aantal mol zitten en omgekeerd.
3.4.5. Je kunt berekenen hoeveel mol deeltjes er in een aantaql gram zit en omgekeerd.

Slide 1 - Slide

Hoeveel u weegt dit atoom?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 2 - Quiz

Welk atoom heeft
de grootste massa?
A
Links
B
Rechts

Slide 3 - Quiz

Welk atoom wordt
hier beschreven?
Tip: kijk achterin je boek

Slide 4 - Open question

Element
Isotoop
molecuul
Atomen van dezelfde atoomsoort met een andere massa
een atoomsoort
bestaat uit atomen

Slide 5 - Drag question

Relatieve atoommassa
Gemiddelde massa van alle gevonden isotopen van een element.


leerdoel 3.3.1.

Slide 6 - Slide

Relatieve atoommassa
Gemiddelde massa van alle gevonden isotopen van een element.
bijv: 99 van de 100 koolstofatomen zullen C-12 zijn

leerdoel 3.3.1.

Slide 7 - Slide

Relatieve atoommassa
Gemiddelde massa van alle gevonden isotopen van een element.
bijv: 99 van de 100 koolstofatomen zullen C-12 zijn

leerdoel 3.3.1.

Slide 8 - Slide

Nieuwe grootheden en eenheden
grootheid
grootheid afkortin
eenheid
eenheid afkorting
chemische hoeveelheid
n
mol
mol
hoeveelheid deeltjes
N
deeltjes
deeltjes
Molaire massa
M
gram per mol
g/mol

Slide 9 - Slide

Chemische hoeveelheid
1 gram CO₂ = 1,37 x 10²² deeltjes
1 gram C₆H₁₂O₆ = 3,34 x 10²¹ deeltjes


1 gram 
leerdoel 3.4.3

Slide 10 - Slide

Chemische hoeveelheid
1 mol = 6,022 × 10²³ deeltjes

1 gram CO₂ = 1,37 x 10²² deeltjes = 0,023 mol
1 gram C₆H₁₂O₆ = 3,34 x 10²¹ deeltjes = 0,006 mol


leerdoel 3.4.3

Slide 11 - Slide

Chemische hoeveelheid

De chemische hoeveelheid is een eenheid die wij hebben bedacht om makkelijker met de hoeveelheid van een chemische stof te kunnen rekenen
leerdoel 3.4.3

Slide 12 - Slide

Molaire massa
molaire massa van een molecuul is hoeveel gram van een stof ik nodig heb om 1 mol van deze stof te hebben.


leerdoel 3.4.2

Slide 13 - Slide

Molaire massa
molaire massa van een molecuul is hoeveel gram van een stof ik nodig heb om 1 mol van deze stof te hebben.

Hoe bereken ik de molaire massa?
leerdoel 3.4.2

Slide 14 - Slide

Molaire massa
molaire massa van een molecuul is hoeveel gram van een stof ik nodig heb om 1 mol van deze stof te hebben.

Hoe bereken ik de molaire massa?
We beginnen met een voorbeeld: C₆H₁₂O₆


leerdoel 3.4.2

Slide 15 - Slide

Molaire massa
Hoe bereken ik de molaire massa?
We beginnen met een voorbeeld: C₆H₁₂O₆
stap 1: Hoeveel atomen heb ik van elk element?



leerdoel 3.4.2

Slide 16 - Slide

Molaire massa
Hoe bereken ik de molaire massa?
We beginnen met een voorbeeld: C₆H₁₂O₆
stap 1: Hoeveel atomen heb ik van elk element?
C : 6x     H : 12x    O : 6x
Stap 2: noteer de relatieve atoommassa van elk element.



leerdoel 3.4.2

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Molaire massa
Hoe bereken ik de molaire massa?
We beginnen met een voorbeeld: C₆H₁₂O₆
stap 1: Hoeveel atomen heb ik van elk element?
C : 6x     H : 12x    O : 6x
Stap 2: noteer de relatieve atoommassa van elk element.
C : 12,01 u    H : 1,008 u    O : 16,00 u 


leerdoel 3.4.2

Slide 19 - Slide

Molaire massa
We beginnen met een voorbeeld: C₆H₁₂O₆
stap 1: Hoeveel atomen heb ik van elk element?
C : 6x     H : 12x    O : 6x
Stap 2: noteer de relatieve atoommassa van elk element.
C : 12,01 u    H : 1,008 u    O : 16,00 u 
stap 3: alles bij elkaar optellen.
 6 x 12,01 + 12 x 1,008 + 6 x 16,00 = 180,156 g/mol

leerdoel 3.4.2

Slide 20 - Slide

Van massa naar chemische hoeveelheid

van massa (gram) naar chemische hoeveelheid (mol) , dam moet je delen door de molaire massa (g/mol)

Slide 21 - Slide

van chemische hoeveelheid naar aantal deeltjes

Van chemische hoeveelheid (mol) naar aantal deeltjes, dan moet je vermenigvuldigen met het getal van Avogadro
getal van Avogadro = 6,022 × 10²³ deeltjes per mol

Slide 22 - Slide

Let op: volgende week practicum over 3.4 

Je mag je boek erbij houden!

Slide 23 - Slide

Opdrachten maken uit het boek
1 t/m 3, 8 t/m 10, 14

klaar? Ga verder met opdrachten uit de doos. 

Slide 24 - Slide