W20 NE 3V Correct schrijven Les 1

Nieuwe week & nieuwe taak
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 150 min

Items in this lesson

Nieuwe week & nieuwe taak

Slide 1 - Slide

Weektaken
De LessonUp bevat de volgende onderdelen:
  • Herhaling week 19
  • Antwoorden week 19
  • Aantekening werkwoorden
  • Uitleg en basisoefeningen beknopte bijzin
  • Eindtaken

Slide 2 - Slide

Opzet week 20 - 11  t/m 15 mei
  1. Eindtaken week 19 nakijken
  2. Aantekening werkwoordspelling
  3. Uitleg beknopte bijzin
  4. Basisoefeningen beknopte bijzin
  5. Eindtaken: 1) herkennen beknopte bijzin, 2) toepassen beknopte bijzin

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
Deze week oefen je:
  • met het benoemen van zinsdeelzinnen.
  • met het herkennen van de beknopte bijzin.
  • met het gebruiken van de beknopte bijzin.

Slide 4 - Slide

Werkwoorden
De werkwoorden kunnen, willen, zullen, mogen, hebben en zijn zorgen regelmatig voor vraagtekens.
  • Is het nu kan je of kun je?

Er is een groot verschil tussen formeel/informeel taalgebruik en schrijftaal/spreektaal. Het is belangrijk om dit verschil te kennen, dus we verdiepen ons daar even in.
Neem de aantekeningen in de volgende dia's over!

Slide 5 - Slide

Kunnen
ik
kan
jij, je, u
kunt
hij, zij, ze, het
kan
wij, we
kunnen
jullie
kunnen
zij, ze
kunnen
Is het nu kan je of kun je?
Is het nu je kan of je kunt?

Tegenwoordig zijn beide situaties goed, maar er bestaat een verschil in formeel (net) en informeel taalgebruik. Tegenwoordig gebruiken steeds meer mensen (journalisten, docenten, wetenschappers) de informele variant (kan je en je kan).

In de schrijftaal is het netter om de formele vorm te gebruiken:
  • kun je 
  • je kunt 

Slide 6 - Slide

Zullen
ik
zal
jij, je, u
zult
hij, zij, ze, het
zal
wij, we
zullen
jullie
zullen
zij, ze
zullen
Is het nu zal je of zul je?
Is het nu je zal of je zult?

Tegenwoordig zijn beide situaties goed, maar er bestaat een verschil in formeel (net) en informeel taalgebruik. Tegenwoordig gebruiken steeds meer mensen (journalisten, docenten, wetenschappers) de informele variant (zal je en je zal).

In de schrijftaal is het netter om de formele vorm te gebruiken:
  • zul je 
  • je zult 

Slide 7 - Slide

Willen
ik
wil
jij, je, u
wilt
hij, zij, ze, het
wil
wij, we
willen
jullie
willen
zij, ze
willen
Is het nu hij wil of hij wilt?

Het is altijd hij/zij/ze/het wil!

Slide 8 - Slide

Grammatica en formuleren

  1. Antwoorden eindtaken week 19
  2. Uitleg beknopte bijzin
  3. Basisoefeningen
  4. Eindtaken


Slide 9 - Slide

antwoorden 

Slide 10 - Slide

Zinsdeelzinnen
  • Uitleg Beknopte bijzin
  • Uitleg met filmpjes
  • Basisoefeningen
  • Eindtaken

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Waarom is de beknopte bijzin incorrect: Op onze vakantiebestemming aangekomen, vielen de mussen van het dak.

Slide 19 - Open question

Waarom is de beknopte bijzin incorrect: In kennelijke staat van dronkenschap verkerend, vond de agent hem in de goot.

Slide 20 - Open question

Waarom is de beknopte bijzin incorrect: Na koffie te hebben gedronken in Hamburg, reed de bus richting Denemarken.

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide

Beknopte bijzin verbeteren

Slide 23 - Slide

Even oefenen
  1. Geef in de volgende dia's aan of er sprake is van een foutieve beknopte bijzin of een correcte beknopte bijzin.
  2. Verbeter de foutieve beknopte bijzinnen.

Slide 24 - Slide

Beknopte bijzin: Om een nieuwe scooter te kunnen kopen, zal het saldo op Jobs spaarrekening nog wel moeten groeien.
A
Fout
B
Correct

Slide 25 - Quiz

Beknopte bijzin: Na een zware klim over de duinen op het strand aangekomen zagen we de hoge golven.
A
Fout
B
Correct

Slide 26 - Quiz

Beknopte bijzin: Na de batterijen weer opgeladen te hebben waren ze binnen enkele uren weer leeg.
A
Fout
B
Correct

Slide 27 - Quiz

Verbeter de beknopte bijzin: Dromend van mijn vriendinnetje was de saaie wiskundeles nog vrij snel voorbij.

Slide 28 - Open question

Verbeter de beknopte bijzin: Na de tekeningen van Escher nauwkeurig geobserveerd te hebben bleken de afbeeldingen vaak niet te kloppen.

Slide 29 - Open question

Eindtaken
Eindtaken week 19:
  1. Maak opdracht 2 en 4 (blz. 169-170) in je schrift. Lever de eindresultaten in via een foto.
  2. Ga naar de volgende site: Jouw mening, mijn mening. Lees de instructie op de beginpagina. Schrijf een reactie bij één betoog. In jouw reactie verwerk je een beknopte bijzin.

Slide 30 - Slide

Lever de gemaakte opdrachten in.

Slide 31 - Open question

Lever de gemaakte opdrachten in.

Slide 32 - Open question

Weektaak 20 afgerond

Slide 33 - Slide