Lymfevaten, bloedvaten en delen van het hart noemen, in afbeeldingen aanwijzen en functie(s) en werking beschrijven, met inbegrip van enkele macroscopische details en problemen met de bloedsomloop:
– ligging en functies van lymfevaten, functie van kleppen (K4T6B6)
– aan- en afvoer van stoffen en warmte door bloed
– van slagaders, aders en haarvaten: functies; onderscheid naar ligging, bloeddruk, (K4T6Bb4)
bouw van de wand, aan- of afwezigheid van kleppen en samenstelling van het bloed in deze vaten
– naamgeving van aders en slagaders naar of bij bepaalde delen van het lichaam met
daarnaast de aorta, poortader, holle aders, kransslagaders en kransaders (K4T6Bb4)
– grote en kleine bloedsomloop (K4T6B2)
– de bouw, ligging, functie en werking van het hart met kamers, boezems, hartkleppen en halvemaanvormige (hart)kleppen
– dikte van de wanden van de kamers in relatie tot hun functie
– dikte van de wanden van boezems ten opzichte van de wanden van kamers in relatie tot hun functie
– principe van verandering van druk in de kamers en slagaders tijdens de hartwerking (K4T6B3)
– veel voorkomende oorzaken van hartinfarct en hartritmestoornissen, met name: stress overgewicht roken te grote inspanning
- erfelijke aanleg en gevolgen van een te hoge en een te lage bloeddruk. (K4T6B5)