Beeldspraak, stijlfiguren, groepsopdracht

Welkom!
Pak alvast Nieuw Nederlands
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Pak alvast Nieuw Nederlands

Slide 1 - Slide

Deze les
Bespreken opdracht semantische velden
Beeldspraak en stijlfiguren
Groepsopdracht

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van de les
... kan je beeldspraak en stijlfiguren herkennen in een gedicht;
... kan je een poster maken bij een gedicht.

Slide 3 - Slide

Even opfrissen
  • Wat is een semantisch veld?  
  • Wat is alliteratie? 
  • En assonantie?

Slide 4 - Slide

Beeldspraak en stijlfiguren
  • Klassikale uitleg of stil voor jezelf doorlezen
  • Blz. 209 
  • Klaar met lezen? Neem de theorie voor de toets even door

Slide 5 - Slide

Beeldspraak
  • Figuurlijk taalgebruik
  • Er wordt niet letterlijk gezegd wat er wordt bedoeld. 
  • Er wordt een beeld gebruikt voor iets wat letterlijk wordt bedoeld (object).
  • Voorbeeld: 'Ik heb honger als een paard.'

Slide 6 - Slide

1. Vergelijking
  1. Vergelijking met 'als' of ander (vergelijkend) woord 
    Hij is een beer van een vent.

  2. Vergelijking zonder 'als' of ander (vergelijkend) woord
    Je kamer, die zwijnenstal, moet worden opgeruimd!

  • Beeld én object staan in de zin.

Slide 7 - Slide

2. Metafoor
  • Het object wordt vervangen door het beeld
      Wat een zwijnenstal hier!
  • Spreekwoorden en gezegden zijn vaak metaforen
      Als er een schaap over de dam is, volgen er meer.


Slide 8 - Slide

3. Personificatie
  • Levenloze of abstracte dingen
     krijgen menselijke eigenschappen
  • Bijv.: De wind huilt om het huis. 
  • Bijv.: Mijn kamer smeekt om een opruimbeurt. 

Slide 9 - Slide

Stijlfiguren
  • Taalgebruik dat de aandacht vestigt op bepaalde aspecten van de inhoud van een tekst
  • Stap 1: stijlfiguur herkennen
  • Stap 2: achterhalen waar aandacht op gevestigd wordt

Slide 10 - Slide

Veelvoorkomende stijlfiguren
  • Enumeratie of opsomming
  • Bijv.: 'Zes, twintig, honderd mensen kwamen naar het feest toe.'
  • Repetitio of herhaling: een woord/ woordgroep wordt meerdere keren herhaald
  • Bijv.: 'Uur na uur na uur zagen we hetzelfde.'
  • Anafoor: meerdere zinnen achter elkaar beginnen met dezelfde woorden
  • Bijv.: 'Niemand die het ziet. Niemand die het hoort.'

Slide 11 - Slide

Veelvoorkomende stijlfiguren
  • Antithese of tegenstelling: twee tegengestelde begrippen worden naast elkaar geplaatst
  • Bijv.: 'Ik blijf je trouw in goede en slechte dagen.'
  • Paradox: een tegenstelling met een schijnbare tegenstrijdigheid
  • Bijv.: 'Het grote constante in het leven is verandering.'

Slide 12 - Slide

Opdracht 
Voor de pauze:
  • In groepje gedicht analyseren a.d.h.v. opdracht in het boek
  • +- 10 minuten, dan pauze

Na de pauze:
  • Poster maken die gedicht symboliseert (+ tekst op de poster)
  • Rondlopen en posters aan elkaar toelichten
  • Eind van de les vraag ik per poster willekeurig aan iemand terug de poster van een ander groepje toe te lichten

Slide 13 - Slide

Opdracht deel 1
  • Ga straks bij je groepje zitten - tafels in groepsopstelling (!)
  • Maak de opdracht die hoort bij het gedicht van jullie groep:
  • Tekst 3, opdracht 4 (blz. 210)
  • Tekst 4, opdracht 5 (blz. 210-211)
  • Tekst 5, opdracht 6 (blz. 211)
  • = oefening in analyse
  • +- 10 minuten, daarna pauze en deel 2
timer
10:00

Slide 14 - Slide

Aan de slag
Tekst 3: Voor een dag van morgen
Tekst 4: Tegen de liefde
Tekst 5: Bommen
Groepje 1: Robin, Willem, Jomana, Tijn
Groepje 1: Milad, Pepijn, Lotte, Sten, Meike
Groepje 1: Timon, Danique, Dean, Sophie
Groepje 2: Jasper, Jessan, Xavi, Thijs K
Groepje 2: Tijs, Thom, Wessel, Daan V
Groepje 2: Ayoub, Thijs M, Daan B, Luc

Slide 15 - Slide

Opdracht deel 1
  • Ga straks bij je groepje zitten - tafels in groepsopstelling (!)
  • Maak de opdracht die hoort bij het gedicht van jullie groep:
  • Tekst 3, opdracht 4 (blz. 210)
  • Tekst 4, opdracht 5 (blz. 210-211)
  • Tekst 5, opdracht 6 (blz. 211)
  • = oefening in analyse
  • +- 10 minuten, daarna pauze en deel 2
timer
10:00

Slide 16 - Slide

10:45 starten met posters

Slide 17 - Slide

Opdracht deel 2
  • 15 min (tot 11:00): maak een poster die het gedicht symboliseert; zet ook de tekst van het gedicht op de poster
  • tot 11:15: loop langs alle posters en luister goed naar de toelichting (verdeel je groep bijv. in 2 en wissel lopen en toelichten af) -> let op: iedereen moet alle posters bekijken!
  • Volgende les: posters toelichten

Slide 18 - Slide

Vooruitblik
Volgende les: posters bekijken en laatste stapje poëzieanalyse > parafraseren

Na toets proza & poëzie: 
8 lessen spelling en formuleren = toets in de toetsweek

Slide 19 - Slide

Even checken
  • 'Hij is zo trots als een pauw.'
  • Welke vorm van beeldspraak? 
  • ‘Hoe meer ik weet, hoe meer ik weet dat ik niets weet.’
  • Welke stijlfiguur?

Slide 20 - Slide