Leerdoel: in kan vergelijkingen oplossen met inklemmen
Bij inklemmen zoek je naar de oplossing door steeds een ander getal te proberen.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2
This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
Inklemmen
Leerdoel: in kan vergelijkingen oplossen met inklemmen
Bij inklemmen zoek je naar de oplossing door steeds een ander getal te proberen.
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Open question
Slide 3 - Open question
Slide 4 - Open question
Slide 5 - Open question
3
30
9
14
2
16
10
32
28
15
14
7
11
40
18
Slide 6 - Drag question
Rachel speelt scrabble. De punten van de letters worden opgeteld. Ze legt het woord zebra. Ze krijgt 12 punten. Hoeveel punten krijgt Rachel voor de letter Z?
Slide 7 - Open question
Erik legt het woord olifant. Hoeveel punten is de letter F waard?
Slide 8 - Open question
Sander legt het woord leeuw. Hoeveel punten is de letter W waard?
Slide 9 - Open question
Rachel legt het woord neushoorn. De letter H telt 2 keer mee. Hoeveel punten is de letter H waard?
Slide 10 - Open question
Koos legt het woord lynx. De letter Y telt 3 keer mee. Hoeveel punten is de letter Y waard?
A
6
B
7
C
8
D
9
Slide 11 - Quiz
Opgave 21 blz 80. Ayah werkt in een supermarkt. Haar inkomsten berekent ze met de formule
Op een dag verdient Ayah € 37,40. Je gaat uitzoeken hoeveel uur Ayah gewerkt heeft. Zijn de inkomsten bij 2 uur werken meer of minder dan € 37,40?
A
Meer
B
Minder
Slide 12 - Quiz
Opgave 21 blz 80. Ayah werkt in een supermarkt. Haar inkomsten berekent ze met de formule
Op een dag verdient Ayah € 37,40. Je gaat uitzoeken hoeveel uur Ayah gewerkt heeft. Zijn de inkomsten bij 10 uur werken meer of minder dan € 37,40?
A
Meer
B
Minder
Slide 13 - Quiz
Opgave 21 blz 80. Ayah werkt in een supermarkt. Haar inkomsten berekent ze met de formule
Op een dag verdient Ayah € 37,40. Je gaat uitzoeken hoeveel uur Ayah gewerkt heeft. Zijn de inkomsten bij 8 uur werken meer of minder dan € 37,40?
A
Meer
B
Minder
Slide 14 - Quiz
Opgave 21 blz 80. Ayah werkt in een supermarkt. Haar inkomsten berekent ze met de formule
Op een dag verdient Ayah € 37,40. Je gaat uitzoeken hoeveel uur Ayah gewerkt heeft. Welk getal moet je voor tijd in uren invullen om € 37,40 als uitkomst te krijgen?