Klas 1 - Lijdend voorwerp

WELKOM

Bij Nederlands
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Items in this lesson

WELKOM

Bij Nederlands

Slide 1 - Slide

10 min. 
lezen



(of je gedicht uit je hoofd leren) 

Slide 2 - Slide

VANDAAG

  • Gedichten voordragen
  • Wat heb je geleerd?
  • Lijdend voorwerp (blz. 216)

Slide 3 - Slide

GEDICHT

Slide 4 - Slide

GEDICHT
Antwoord: rimpels

Slide 5 - Slide

Weet je het nog?

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de onderstaande zinnen?
(individueel, 2 min. de tijd)

1. De etalage van de nieuwe winkel kleedt men aan met slingers.
2. Heb je vandaag al tienduizend stappen gezet?
3. Ik heb geen zin om mijn huiswerk te doen 

Slide 6 - Slide

Weet je het nog?

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de onderstaande zinnen?
(individueel, 2 min. de tijd)

1. De etalage van de nieuwe winkel kleedt men aan met slingers.
2. Heb je vandaag al tienduizend stappen gezet?
3. Ik heb geen zin om mijn huiswerk te doen 

Slide 7 - Slide

Nakijken:
Werkwoordelijk gezegde (blz. 212): opdr. 1, 2 en 4 

Slide 8 - Slide

Gedichten voordragen
Door drie leerlingen

Slide 9 - Slide

Wat heb je de vorige keer geleerd?
- Wat het lijdend voorwerp is 
- Hoe je het lijdend voorwerp in een kunt vinden 

Slide 10 - Slide

Opdrachtje
Maak bij de afbeelding drie zinnen met in elke zin een lijdend voorwerp (3 min.) 

Slide 11 - Slide

Lijdend voorwerp (lv)
Het lijdend voorwerp is een apart zinsdeel

Bij het lijdend voorwerp 'overkomt iemand'  iets of 'ondergaat een onderwerp'  iets. 

!!!! Het is belangrijk dat je weet dat niet iedere zin een lijdend voorwerp heeft.

Slide 12 - Slide

Hoe vind je het lijdend voorwerp?
Stel de vraag: 

Wie/wat + persoonsvorm/werkwoordelijke gezegde + onderwerp?

Voorbeeld: Op de markt heeft Ricardo een warme winterjas gekocht. 
Wie/wat heeft Ricardo gekocht? Een warme winterjas = lijdend voorwerp. 

Slide 13 - Slide

Verder met:
Grammatica Lijdend voorwerp (blz. 216): Opdracht 2, 3 en 5 
Af? Je mag dit zelf nakijken!

Heb je dit alles af? Begin met het meewerkend voorwerp (blz. 220): opdr.  1,2,5

Slide 14 - Slide

Wat heb je geleerd vandaag?
- Luisteren naar de gedichten van je klasgenoten
- Wat het lijdend voorwerp is 
- Hoe je het lijdend voorwerp in een kunt vinden 

Volgende week: gaan we verder met elke les drie gedichten voordragen!

Slide 15 - Slide