2G literatuurles mindmap 28 mei 2024

Programma
  • Wat leer je?
  • Literaire begrippen
  • Verhaal de prinses op de erwt
  • literaire mindmap
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Programma
  • Wat leer je?
  • Literaire begrippen
  • Verhaal de prinses op de erwt
  • literaire mindmap

Slide 1 - Slide

Wat leer je?
Je leert een aantal literaire begrippen zoals:
- open plek, - perspectief, -tijd en ruimte, - personages
Je gaat dit toepassen in het verhaal

Slide 2 - Slide

Een open plek is....
A
een locatie in het bos
B
een vraag die je hebt bij het lezen van een verhaal
C
een schoolplein
D
een wond aan je lichaam

Slide 3 - Quiz

wat moet je weten van een personage
A
het karakter
B
karakter, uiterlijk, gedrag
C
hoe hij/zij eruit ziet
D
wat het personage doet

Slide 4 - Quiz

De ruimte geeft aan....
A
waar iets zich afspeelt
B
is de locatie
C
bepaalt de sfeer van het verhaal
D
is een voorwerp

Slide 5 - Quiz

chronologische volgorde is:
A
is een flash back
B
zijn tijdsprongen in het verhaal
C
is een flash forward
D
alles wordt verteld in een volgorde, van begin tot eind,

Slide 6 - Quiz

hoeveel vertelperspectieven zijn er?
A
3
B
1
C
2
D
4

Slide 7 - Quiz

Literaire begrippen
   * Open plekken
* Personages
     * Ruimte en tijd
* Vertelperspectief

Slide 8 - Slide

Open plekken
Niet alles in een verhaal is meteen duidelijk. Sommige situaties roepen vragen op. Het kan om van alles gaan; een personage dat vreemde dingen doet, een situatie die raadselachtig is, je ziet de relatie niet tussen gebeurtenissen, sprongen in de tijd, enzovoorts

Slide 9 - Slide

Personages
Een personage in een verhaal omschrijf je door de belangrijkste eigenschappen te noemen. Die vind je letterlijk in de tekst, of je leidt het karakter af door wat hij/zij zegt of doet. We zoeken dan naar zoveel mogelijk kenmerken van een personage: uiterlijk, man/vrouw, leeftijd, karakter…

Slide 10 - Slide

Personages
Een personage in een verhaal omschrijf je door de belangrijkste eigenschappen te noemen. Die vind je letterlijk in de tekst, of je leidt het karakter af door wat hij/zij zegt of doet. We zoeken dan naar zoveel mogelijk kenmerken van een personage: uiterlijk, man/vrouw, leeftijd, karakter…

Slide 11 - Slide

Ruimte
Ruimte: -plaats, -voorwerpen, -weer en klimaat, -tijdstip

De ruimte bepaalt de sfeer van het verhaal

(vb: 's avonds, donker, in het bos)




Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

Literaire mindmap
We luisteren naar het verhaal: Prinses op de erwt
Daarna ga je een literaire mindmap maken over het verhaal:
open plek
personages
ruimte

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Programma
  • Wat leer je?
  • Literaire begrippen
  • Verhaal de prinses op de erwt
  • literaire mindmap

Slide 16 - Slide

Terugblik vorige les

  • Literaire begrippen?
  • Verhaal de prinses op de erwt
  • literaire mindmap

Slide 17 - Slide

Ruimte
Ruimte: -plaats, -voorwerpen, -weer en klimaat, -tijdstip

De ruimte bepaalt de sfeer van het verhaal

(vb: 's avonds, donker, in het bos)




Slide 18 - Slide

Tijd
 -chronologisch, alles wordt verteld in een volgorde, van begin tot eind, --- terugverwijzing: er wordt kort herinnerd over iets dat in het verleden is gebeurd, -flashback: in het verhaal word je meegenomen naar het verleden, -flashforward: je wordt meegenomen naar de toekomst

Slide 19 - Slide

Perspectief
* Ik-verteller: De verteller is de ik-figuur, je ziet het verhaal door zijn/haar ogen
* Personale verteller: de verteller is onzichtbaar, hij staat buiten het verhaal. Hij vertelt over één hij of zij, je ziet het verhaal door haar/zijn ogen.
* Alwetende verteller: De verteller staat buiten het verhaal, maar geeft er soms wel commentaar op. Hij volgt meerdere personages, hij weet van alle personages wat zij zien, denken en voelen

Slide 20 - Slide

Literaire mindmap
Verder werken aan je literaire mindmap maken over het verhaal:
  • open plek
  • personages
  • ruimte
  • vertelperspectief

Slide 21 - Slide

Literaire begrippen
   * Open plekken
* Personages
* Perspectief
     * Ruimte en tijd

Slide 22 - Slide